Het bodemherstel
in Oost-Zeeuws-
Vlaanderen moet
onder andere
leiden tot de terug
keer van
soortenrijk,
heischraal
grasland.
(L. Calle)
BODEMHERSTEL ROND CLINGE EN
SINT-JANSTEEN
Het droog grasland en dennen-, eiken- en
beukenbos bij Clinge en Sint-Jansteen hebben
aandacht nodig. Ondanks het door ons gevoerde
natuurbeheer is het aantal plantendoelsoorten
sterk afgenomen. Alleen in de geplagde delen
handhaaft de soortenrijkdom zich enigszins. Een
duidelijk teken dat er iets mis is met de bodem. Dit
past bij de landelijke slechte staat van bodems op
zandgronden. Verzuring (door milieuvervuiling)
veroorzaakt uitspoeling van noodzakelijke mineralen
en het verdwijnen van bodemleven.
Na onderzoek bleek de bodem inderdaad sterk
verzuurd; zelfs te zuur voor de soorten van
heischraal grasland. Om de bodem gezond te
krijgen en de oorspronkelijke rijke biodiversiteit
te herstellen zijn maatregelen nodig. Samen met
Bureau Groeibalans starten we daarom in het najaar
van 2018 in kleine proefvlakjes met het opbrengen
van mineralen. Zo zoeken we de beste manier om de
bodem en de vegetatie te herstellen.
De uiteindelijke maatregelen mogen natuurlijk
geen negatief effect op de verdere omgeving
hebben, zoals op de kwaliteit van het water. Clinge
en Sint-Jansteen vormen een waterwingebied voor
Evides Waterbedrijf. Samen met Evides kijken we
nauwkeurig welke en hoeveel mineralen we kunnen
opbrengen in de bodem. Daarbij kijken we ook naar
duurzame methoden. Er is voornamelijk een groot
tekort aan kalk in de grond. Evides onderzoekt of
de kalk die vrijkomt bij de drinkwaterproductie op
locatie Braakman geschikt is. Vanuit de circulaire
economie-gedachte zou dat heel mooi zijn!
Met de inzichten van dit vijfjarige onderzoek gaan
we tot grootschalige maatregelen over, zodat er een
wezenlijke kwaliteitsverbetering kan plaatsvinden.
Zolang de oorzaken van de bodemaantasting niet
worden weggenomen, blijven periodieke ingrepen
aan de minerajenhuishouding van de bodem
waarschijnlijk nodig.
Pepijn Calle
NIEUWE VOGELKIJKHUTTEN
Eind 2017 zijn er twee nieuwe vogelkijkhutten
geplaatst. Eén bevindt zich op Noord-Beveland en
deze kijkt uit over de broedvogeleilanden in de
inlaag 's-Gravenhoek. De andere staat op Sint-
Philipsland, aan het zuidwestelijke einde van de
Bruintjeskreek.
De hut op Noord-Beveland is een compleet
nieuwe voorziening, bedoeld als tweede locatie
van waaruit met een goede kijker of telescoop de
broedvogeleilanden in de inlaag te bekijken zijn.
Uw fiets of auto kunt u het beste parkeren bij het
natuurentreepunt op de dijk, om vervolgens een
klein stukje te lopen. Vanaf dit entreepunt is ook het
visdiefvlot in de Oesterput goed te overzien.
Bij de Bruintjeskreek stond tot vorig jaar een
kijkscherm op de dijk. Hoewel dat een mooi uitzicht
bood, in de lengterichting van de Bruintjeskreek,
voldeed het scherm niet aan de verwachtingen. De
ZEEUWS - 24 - LANDSCHAP
afstand tot vogels was groot en om bij het scherm
te komen moest over de kruin van de dijk gelopen
worden. Dit scherm is inmiddels opgeruimd. Vlak
boven het water, in de rietkraag, is een kleine,
ronde kijkhut geplaatst, die bereikbaar is vanaf
het informatiepaneel aan de Mosselweg. Op
verschillende hoogten zijn kijkgaten aangebracht,
en er is zelfs een klein zitje aanwezig.
Beide hutten staan nog wat open en bloot, maar de
verwachting is dat ze deze zomer vrijwel volledig in
de begroeiing staan.
Hui bert Simons
VOSSENRASTER SOPHIAPOLDER
Onze weidevogels hebben het zwaar: er zijn nog
maar weinig geschikte gebieden en populaties
van soorten als grutto, tureluur en kievit zijn
te kwetsbaar om een natuurlijke vijand als de
vos aan te kunnen. Daarom hebben we een
vossenwerend raster rondom het oostelijk deel van
de Sophiapolder geplaatst.
Dit natuurgebied bij Oostburg is belangrijk
voor vooral kievit en grutto. Het raster moet
grondpredatoren tegenhouden: met name de
vos, maar ook (verwilderde) katten en loslopende
honden. Deze eten eieren, kuikens en volwassen
vogels. Het fijnmazige gaas is diep genoeg
ingegraven, zodat de vos er niet onderdoor kan.
Ook is het raster voorzien van schrikdraad, om te
voorkomen dat de vossen en katten eroverheen
klimmen.
Het raster komt bovenop eerdere maatregelen
om het gebied voor weidevogels aantrekkelijk te
maken: verhoging van het grondwaterpeil, open
houden van het gebied, verlaging van het maaiveld
en extensieve begrazing in het voorjaar.
De effectiviteit wordt onderzocht door de eventuele
aanwezigheid van de grotere grondpredatoren
zowel binnen als buiten de rasters vast te leggen
en naar het broedsucces te kijken. Kennis van de
verschillende typen rasters delen we met andere
natuurorganisaties.
Fred Schenk
CURSUS GASTHEERSCHAP GRENSPARK GROOT
SAEFTINGHE
Nu de ontwikkeling van het Grenspark Groot
Saeftinghe steeds concreter wordt, is dit voorjaar de
cursus'Gastheer van het Landschap'gestart. Doel
is om de toekomstige recreant een zo optimaal
mogelijke natuurbeleving te bieden en de regio te
promoten. In deze cursus leerden regionale horeca-
en recreatieondernemers tijdens vier bijeenkomsten
over het landschap, de natuur, de cultuurhistorie
en de recreatiemogelijkheden van zowel
Saeftinghe als het nabijgelegen poldergebied.
Die zullen de komende jaren transformeren in een
grensoverschrijdend getijden-natuurgebied.
De betrokken partners van het Grenspark en IVN
stelden een op maat gesneden cursusprogramma
op waarin de deelnemers vanuit het perspectief
ZEEUWS-25
van een recreant het gebied (opnieuw) leerden Vossenraster rond
ervaren. Op wisselende gastlocaties hielden deelgebied Oost
gastsprekers lezingen, werden streekproducten van Sophiapolder.
geproefd en persoonlijke favoriete plekjes in (F. Schenk)
het grensparkgebied gepresenteerd. Bij elke
cursusbijeenkomst hoorde ook een excursie.
Het uitwisselen en bundelen van kennis en ervaring
die ze tijdens de cursus opdeden, vormt voor de
horeca- en recreatieondernemers een stimulans
om een netwerk te vormen. Deze biedt kansen om
samen verder te bouwen aan vernieuwende en
unieke natuurbelevingsarrangementen. Hierdoor
kan er nog beter op de behoeften van de recreant
ingespeeld worden.
Op 19 april ontvingen de vijfentwintig cursisten uit
handen van de wethouders van de gemeenten Hulst
en Beveren en de IVN-regiodirecteur het certificaat
'Gastheer van het Landschap'.
Carla van Dueren den Hollander
DWERGSTERN BROEDT TOCH OP
ZUID-BEVELAND
Het vorige nummer van dit tijdschrift presenteerde
een vergelijking van de broedvogels van Zuid-
Beveland in 1947 en 2017. Vogelaar Mark Hoekstein
attendeerde ons op een onvolkomenheid in Gastheren Groot
het artikel. Dat noemde de dwergstern, die er Saeftinghe in spé
in 1947 nog met vele tientallen paren broedde, tijdens de cursus
als verdwenen soort. Juist vanaf 2017 broedt de excursie naar de
dwergstern weer op Zuid-Beveland, na een mislukte schaapskooi op
poging in 2016! Dank voor deze aanvulling. 'de Noord'.
(C. van Dueren
Chiel Jacobusse den Hollander)