NATUURINCLUSIEVE LANDBOUW,
EEN WENKEND PERSPECTIEF
Door Marten Hemminga
Een kleurige
akkerrand.
(C. Jacobusse)
Lieveheersbeestjes
zijn nuttig als blad-
luizenverdelgers.
(C. Jacobusse)
Doorsamen-
werking kan het
landbouwgebied
productief en
aan trekkelijk zijn!
(C. Jacobusse)
De opbrengst per hectare van een groot aantal
gewassen dat in Nederland wordt geteeld ligt vaak
mijlenver boven die van andere landen. De motor
achter die geweldige productiviteit is onder andere
de continue onderzoeksinspanning voor de land- en
tuinbouw (zoals door vakgroepen van deWageningen
Universiteit, de voormalige landbouwuniversiteit)
die de sector een grote innovatiekracht geeft. Die
vernieuwing is nu hard nodig om een andere reden:
niet om nog meer kilo's per hectare te oogsten, maar
om terug te krijgen wat onderweg verloren is. En dat
is nogal wat.
ONLEEFBAAR VOOR DE MEESTE ORGANISMEN
De intensieve landbouw van nu produceert zo veel
mogelijk, tegen zo laag mogelijke kosten, is dus
puur economisch gedreven. Die insteek heeft geleid
tot een enorme intensiteit van grondgebruik (geen
vierkante meter blijft onbenut), tot schaalvergroting
van percelen en monocultures. Deze ontwikkelingen
in combinatie met overbemesting, gebruik van
bestrijdingsmiddelen en verdroging, hebben
het agrarische landschap gedegradeerd tot een
ecologische sterk verarmd gebied: onleefbaar voor de
meeste wilde planten en dieren.
2 iiiJiijfï V'Z-i m.
"This tiny country feeds the world" was de kop boven een artikel in de National
Geographic vorig jaar, doelend op de formidabele landbouwproductie in Nederland.
Op die pakkende one-liner is wel wat af te dingen. Behalve dat het natuurlijk tamelijk
bizar is te denken dat het qua oppervlakte nietige Nederland de miljarden mensen op
aarde kan voeden, gaat de bewonderende toonzetting ook voorbij aan
de schaduwkanten die de moderne landbouw heeft.
Dat is een verlies voor de natuurwaarden van het
platteland, maar de intensieve landbouw loopt
ook zelf steeds nadrukkelijker tegen grenzen aan:
de natuurlijke bodemvruchtbaarheid neemt af,
de weerbaarheid tegen regen en droogte staat
onder druk, en de maatschappij accepteert steeds
minder de negatieve milieu-effecten die met de
moderne landbouw samenhangen. Niet alleen in
Nederland, maar wereldwijd ontstond commotie door
"Laat zien dat het kan!"
wetenschappelijke publicaties over de achteruitgang
van plattelandsvogels in ons land (gerelateerd aan het
gebruik van insecticiden) en de enorme afname van
insecten in Duitse natuurgebieden omgeven door
landbouwgronden. Wat de insectensterfte betreft:
die afname betekent niet alleen voedselgebrek
voor talloze vogelsoorten, maar raakt ook direct de
agrarische sector zelf. Veel gewasteelten zijn namelijk
afhankelijk van de bestuiving door insecten. Kortom,
het is tijd om het roer om te gooien, om ruimte te
maken voor landbouw met een andere oriëntatie.
NATUURINCLUSIEVE LANDBOUW
Het inzicht groeit dat inzet van natuur (biodiversiteit)
en van natuurlijke processen een veelbelovend
alternatief biedt; natuurinclusieve landbouw
zogezegd. De huidige intensieve landbouw probeert
het productieproces te beheersen door inzet van
kunstmest, bestrijdingsmiddelen, krachtvoer
antibiotica en steeds grotere landbouwwerktuigen.
Biodiversiteit wordt eerder tegengegaan
dan bevorderd: liever weilanden met één
hoogproductieve grassoort en akkers met alleen het
te oogsten gewas, geen andere planten daartussen.
Natuurinclusieve landbouw is grondgebonden
voedselproductie die juist biodiversiteit benut
voor beheersing van het productieproces en die
daardoor minder afhankelijk is van chemische
middelen. De bodemvruchtbaarheid van
landbouwgrond wordt bijvoorbeeld mede bepaald
door de dieren die er in leven, zoals allerlei soorten
regenwormen. Veel ploegen en het gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen resulteert in een
armzalige regenwormenfauna. Het gevolg is dat
de positieve rol die regenwormen en vele andere
bodemdieren kunnen spelen in de natuurlijke
kringloop van voedingsstoffen in de bodem (en
daarmee in de bodemvruchtbaarheid) wordt
uitgeschakeld. Iets vergelijkbaars is aan de orde bij
de preventie van plaagbestrijding in de akkerbouw.
De traditionele werkwijze is nu het toepassen van
insecticides. Maar bloemenranden in combinatie met
hier en daar struiken en bomen creëren tezamen een
jaarrond geschikt leefmilieu voor allerlei roofinsecten
die op natuurlijke wijze aan plaagbestrijding doen.
Kortom, natuurinclusieve landbouw is een
wenkend perspectief voor duurzame landbouw
die meer ruimte laat voor biodiversiteit, minder
milieubelastend is en een aantrekkelijker landschap
oplevert.
BOEREN KUNNEN HET NIET ALLEEN
Veel boeren zien tegenwoordig wel dat de zaken
anders aangepakt moeten worden en willen ook
graag naar een natuurlijker, duurzame landbouw.
Maar dat is een lastige overgang die niet gemakkelijk
te maken is. Het gaat om een combinatie van
maatregelen die binnen het bedrijf nieuwe kennis en
inzichten vereist, en die je begrijpelijkerwijs alleen
neemt als je vertrouwen hebt in een economisch
positief resultaat. Ook al kun je als ondernemer
op je eigen bedrijf zinnige maatregelen nemen,
bijvoorbeeld voor de bodemvruchtbaarheid, je
bent voor een ander deel ook afhankelijk van je
omgeving. Meer voor het bedrijf nuttige insecten
krijg je waarschijnlijk niet of maar beperkt door als
enige bedrijf geen neonicotinoïden toe te passen;
dat moet bij voorkeur op een groter schaalniveau
met meer boerenbedrijven gebeuren. Overheden
kunnen aanvullend zorgen voor kruiden- en
bloemrijke bermen en slootkanten en aanplant van
struwelen en bosjes langs wegen en op overhoekjes.
Er is trouwens ook een rol voor de consument: die
moet bereid zijn desnoods meer te betalen voor
milieuverantwoorde, duurzame landbouwproducten.
We hebben in Nederland grote behoefte aan
voorbeelden van grootschalige, succesvolle,
natuurinclusieve landbouw. Laat zien dat het
Steenhommels
leveren een
bijdrage in de
bestuiving van
gewassen.
(C. Jacobusse)
kan! Met de veelgeroemde innovatiekracht
van de landbouwsector en de ondersteuning
door universitaire kennisinstellingen moet dat
mogelijk zijn. Overigens, een breed regionaal
samenwerkingsverband dat zich richt op een
deelaspect van natuurinclusieve landbouw, namelijk
behoud van de akkervogels van het platteland, is
al actief in Zeeland. Daar werken we natuurlijk met
overtuiging aan mee; zie elders in dit tijdschrift.
dr. M.A. Hemminga is directeur van stichting
Het Zeeuwse Landschap
Deze akkerrand btedtrtwfart, dekking I 3
en neslgetegenheid aan akketvogefe. Ilv f
ZEEUWS-12-LANDSCHAP
ZEEUWS-13-LANDSCHAP