Tekst en foto: Carrie Frederiks
Wil je jezelf voorstellen?
"Ik ben Nancy van Poelje en ik woon in Yerseke. Het
beste kun je mij denk ik omschrijven als hobby-
natuurfotograaf en vogelaar. Momenteel probeer
ik voor mijn facebook-site (fb/yersekemoer) alle
vogelsoorten te inventariseren en vastte leggen die
in de Yerseke Moer voorkomen."
Waarom koos je de Inlaag 's-Gravenhoek om
te bezoeken?
"Een paar jaar geleden ben ik hier al eens geweest
en vandaag ben ik er om de nieuwe vogelkijkhut
van Het Zeeuwse Landschap te bezoeken. Ik wil
graag een paar mooie close-ups maken. Het is een
interessant gebied voor vogelaars en ik ben reuze
benieuwd welke soorten er zijn. Tot nu toe heb ik
alleen gangbare soorten kunnen ontdekken, zoals
rietgors, kleine karekiet, rietzanger en een aantal
eenden- en zwaluwsoorten. Stiekem hoop ik op een
vos. Het schijnt dat die hier regelmatig zit, maar ik
heb hem helaas nog niet gezien."
Wat vind je van de kijkbut?
"Op zich is het een prachtige hut op een mooie
locatie. De vogels komen echt heel dichtbij. Vooral
de rietvogels kun je bijna aanraken. Ik heb nog wel
een paar tips. Het zou fijner zijn als er banken bij
de luiken staan, zodat je zittend kunt fotograferen.
Wellicht kunnen de kijkgaten groter gemaakt
worden, zodat je langs de camera kunt kijken in
plaats van hem er iedere keer uit te moeten halen.
Ook zouden een paar haakjes om de flappen
vast te zetten prettig zijn. Ze hangen tijdens het
fotograferen constant in je nek."
Wat betekent het fotograferen in de natuur voor je?
"Ik ben behoorlijk stressgevoelig. Ik loop altijd met
iedereen en alles op mijn nek. In de natuur vind ik
echt mijn rust en kan ik mijn hoofd leegmaken. Geen
betere therapie dan natuurfotografie."
Bezoek je ook andere gebieden van
Het Zeeuwse Landschap?
"Ja, de boshut bij Clinge is geweldig. Ze hebben daar
een hele mooie setting. De vogels komen vlakbij,
zodat je prachtige close-ups kunt maken. Verder
kom ik bijna dagelijks in de Yerseke Moer. Dat is en
blijft mijn favoriete gebied. Ze noemen me daar vaak
Nance telelens. De leukste vogels die ik er dit jaar
heb gefotografeerd zijn een velduil en steltkluten.
Vorig jaar was het de steppenkiekendief. Op mijn
verlanglijstje staan nog juveniele steltkluten en een
baardmannetje, maar mijn liefste wens is dat er een
goede vogelkijkhut in de Yerseke Moer komt."
C. Frederiks is journalist
Hobby-natuur-
fotograaf Nancy van
Poelje kwam naar de
Inlaag 's-Gravenhoek
om een paar mooie
close-ups van vogels
te maken.
Sommige vogels hebben erg te lijden van strenge winters. Langdurige vorst kan
de aantallen decimeren. Dat geldt voor uiteenlopende vogels, zoals blauwe reiger,
roerdomp, ijsvogel en winterkoning. Ook de dodaars hoort in dat rijtje thuis. Het
is een klein fuutje, dat al duikend aan de kost komt. Zijn prooi bestaat uit kleine
visjes en soms ook garnaaltjes. De dodaars komt het hele jaar in Zeeland voor. In de
broedtijd heeft de vogel een fraaie rode hals. Dodaarzen bouwen een drijvend nest
aan de rand van brede sloten of waterpartijen zoals welen, kreken en vijvers.
Ze broeden tot in de steden, waar ze in parken, zoals Toorenvliedt in Middelburg
en de parkvijvers in Goes-Zuid, hUn jongen grootbrengen.
In de winter verblijven veel dodaarzen op brak of
zoutwater. Slechts sporadisch buitendijks, maar
vooral veel op kanalen en ook wel op brede sloten in
het polderland. Dankzij het brakke tot zoute water
duurt het langer dan elders voor er ijs ligt en juist hier
weten deze vogeltjes in strenge winters te overleven.
Het is niet eenvoudig om een dodaars goed in beeld
te krijgen. Zodra er gevaar dreigt, duiken de vogels
onder en zwemmen dan onder water naar de oever,
waar ze zich tussen de oevervegetatie verschuilen;
soms met alleen de kop boven water. Dodaarzen
hebben niet veel natuurlijke vijanden. De kuikens
vallen een enkele keer ten prooi aan grote vissen als
de snoek, maar ook meeuwen of meerkoeten pakken
ze wel. Soms plukt een sperwer een volwassen
dodaars uit het water.
De meest gebruikte dialectnaam is'dukelaertje', wat
verwijst naar het snel en voortdurend onderduiken
van dit watervlugge fuutje. De naam 'vazzetje'
verwijst naar het donzige achterlijf, dat qua structuur
wel wat lijkt op een graszode ('vazze') waarvan de
sprieten alle kanten op staan. De naam 'aegelzakje'
tot slot dateert uit de tijd dat jagers de gelooide
huid van een dodaars gebruikten om er als tasje de
hagel in op te bergen. De veelheid aan streeknamen
wijst er op dat de dodaars vanouds in Zeeland
voorkomt. Dankzij de tegenwoordig gemiddeld veel
zachtere winters is hun aantal - zeker in de broedtijd -
gedurende de laatste decennia toegenomen.
C. Jacobusse is hoofd ecologie en kwaliteitszorg van
stichting Het Zeeuwse Landschap
ZEEUWS-5-LANDSCHAP
ZEEUWS-4-LANDSCHAP