van Terra Maris
ALBINO'S
EN ANDERE KLEURAFWIJKINGEN
Tekst en foto: Erik Speksnijder
zou heel goed het geval geweest kunnen zijn bij
onze albino muskusrat. Deze is gevangen op het
eiland Tiengemeten in het Haringvliet. Hier kwam
jarenlang een populatie witte muskusratten voor.
Vermoedelijk vond hier te weinig uitwisseling plaats
met soortgenoten uit de omgeving.
In de natuur komen nog allerlei andere
kleurafwijkingen voor. Zo kan het zijn dat een dier juist
een overdaad aan donkere pigmenten heeft, waardoor
het er helemaal zwart uitziet. Dit noemt men wel
melanisme, hoewel het woordenboek Van Dale het
woord - net als overigens het woord albinisme - niet
kent. In tegenstelling tot albino's kan melanisme de
overlevingskans van een dier soms juist vergroten,
omdat het dier niet opvalt in de natuur. Daardoor kan
deze afwijking makkelijker worden doorgegeven en
ontstaan soms geheel zwarte populaties.
Het kan ook voorkomen dat een dier gedeeltelijk
pigmentverlies heeft. Dit wordt wel leucisme
genoemd. Een leucistische vogel kan geheel of
gedeeltelijk wit zijn, maar deze heeft altijd wel
pigment in de ogen en snavel. De kenmerkende rode
ogen van een albino ontbreken dan ook altijd bij deze
kleurafwijking. De oorzaak kan erfelijk zijn, maar het
kan soms ook aan slechte voeding liggen. Met name
een opportunistische vogel zoals het kauwtje kan
daardoor nogal eens witte vlekken vertonen. Vooral
als het in de buurt van een snackbar of supermarkt
leeft en het bijvoorbeeld elke dag friet, frikandellen of
ander junkfood eet.
Er zijn nog allerlei andere mogelijke kleurmutaties die
kunnen optreden, zoals bruinmutatie en grijsmutatie.
Voor een dier zijn kleurafwijkingen vaak geen lolletje,
maar voor ons mensen is het altijd weer boeiend om
zo'n afwijkend dier te zien.
Tot de collectie van Terra Maris behoort een
aantal albino's, waaronder een mol, een egel, een
muskusrat, een bruine rat en een merel. Ze zijn
alle helemaal wit en hebben helderrode ogen. Bij
albino's ontbreekt het enzym tyrosinase, dat nodig
is voor de aanmaak van het pigment melanine. Als
deze kleurstof ontbreekt dan zien veren en haren er
wit uit. Als het ontbreekt in de ogen, dan kleuren de
iris en pupil rood door het bloed achter de ogen.
Melanine is nodig om de huid en de ogen te
beschermen tegen uv-straling en het ontbreken van
dit pigment gaat dan ook vaak gepaard met allerlei
huid- en oogproblemen. Een albino-dier heeft in
de natuur minder kans om oud te worden, omdat
het meer opvalt voor roofdieren. Een uitzondering
hierop vormen de albino's die in een omgeving
zonder licht leven, zoals de diepzee of een grot.
Dergelijke afwijkende dieren komen in de natuur
vooral voor in afgesloten populaties, waar
genetische foutjes door inteelt gemakkelijker
Albinoegel. aan nakomelingen worden doorgegeven. Dit
Automobilisten op de A58 móeten wel om Baarsdorp
heen. Die weg maakt namelijk tussen 's-Heer
Arendskerke en Heinkenszand een flauwe bocht,
om het gehucht - enkele huizen klein - te mijden. De
verlegging van het aanvankelijk recht geplande tracé
kwam tot stand dankzij tussenkomst van toenmalig
provinciaal archeoloogTrimpe Burger. Hij attendeerde
in de jaren zeventig van de vorige eeuw op het grote
cultuurhistorische belang van het gehucht.
Baarsdorp was ooit een dorp met een eigen kerk,
maar bevolkingsgroei bleef er al spoedig uit. Daarvoor
lag het te ongunstig: op een smalle kreekrug en te
midden van een groot, uitgemoerd en daardoor
steeds natter poelgebied. Rond het midden van de
achttiende eeuw vonden er jaarlijks nog maar vier
kerkdiensten plaats. In 1773 verloor het dorp zijn
kerkelijke zelfstandigheid en in 1815 werd het als
burgerlijke gemeente opgeheven en samengevoegd
met 's-Heer Abtskerke. Het kerkgebouw bleef
opvallend genoeg nog enige tijd in stand, totdat in
1880-1882 kerk en kerktoren door de slopershamer
verdwenen. Wat bleef was het kerkhof, afwisselend
verpacht als bouwland, boomgaard en weide.
Het kerkhof is sinds 1968 in bezit van Het Zeeuwse
Landschap. Dat liet een toegangshek aanbrengen en
tot tweemaal toe de ongeveer tweehonderd meter
lange ringmuur, meteen karakteristieke ezelsrug in
de vorm van een schuine top, restaureren. In 1969
breidde dit bezit uit met het reliëfrijke terrein ten
noorden van het voormalige kerkhof, en ook dat
vertelt zijn verhaal. Op de grootste en hoogste berg
moeten we ons het vroegere torenachtige kasteel
van de heer van Baarsdorp voorstellen, de zogeheten
opperhof. De lagere berg was ooit de nederhof, met
een boerderij plus bijgebouwen. De omringende
grachten laten zich - hoewel gedempt - nog goed
herkennen.
Aberdeen-Angus-koeien begrazen periodiek
het kruidenrijke grasland, terwijl binnen de
kerkhofmuur schapen weiden. In de winter strijken
er regelmatig grote aantallen watersnippen neer, in
de zomerperiode kan men er soms groepjes putters
aantreffen. De hagen in en rondom het gebied vallen
te typeren als Zeeuwse hagen, met onder meer
meidoorn, sleedoorn, vlier, veldesdoorn, hondsroos,
egelantier en koebraam.
Het bordje van het Landschap afficheert het bijna vier
hectare grote gebied Baarsdorp als'cultuurhistorisch
monument: vliedberg'. Maar Baarsdorp is meer
dan dat, zelfs anders: een voormalig kerkhof plus
kasteelterrein, beide in oorsprong middeleeuws en
beide met rijksmonumentale status, waar cultuur en
natuur harmonisch samengaan. Een combinatie die
zoveel vertelt en zo zeldzaam is dat aandacht en zorg
geboden zijn.
dr. A.P. de Klerk is historisch geograaf en redactielid
van ZEEUWSLANDSCHAP
UIT DlCüLI
ZEËUWS -18-LANDSCHAP
Op de voorgrond
het voormalige,
ommuurde kerkhof
van Baarsdorp;
op de achtergrond
de twee bergen.
(E. Stikvoort)
ZEEUWS-19-LANDSCHAP