ANKOOP EN BEHEER
Aankoop en beheer vormen de kernactiviteit van Het Zeeuwse Landschap. Maar dat
betekent niet dat we deze zaken routinematig aanpakken. Juist in deze dingen kan
een organisatie het verschil maken. Zowel de verwerving van nieuwe gebieden als
de resultaten van het beheer hadden voortdurend de warme belangstelling van onze
vertrekkende directeur Marten Hemminga. Onze rentmeester en districtshoofden
maken in dit artikel de voorlopige balans op.
De Aardenburgse
Havenpolder.
(F. Schenk)
Steeds meer
klimaatextremen:
uitgedroogde
sloten in de Yerseke
Moer.
(C. Jacobusse)
ZEEUWS-12
VOORTGANG NATUURNETWERK ZEELAND
Bij de herijking van het Natuurnetwerk Zeeland
(voorheen: Ecologische Hoofdstructuur) in 2013
halveerde de ontwikkelopgave voor nieuwe natuur
naar circa 1150 hectare. Het nu nog resterende van in
Zeeland aan te kopen areaal voor afronding behelst
nu nog ruim 900 hectare, waarvan voor Het Zeeuwse
Landschap circa 200 hectare. Het gaat hierbij
om restopgaven, die grotere gebieden moeten
completeren. Rijk en provincies spraken af dat ze tot
2027 de tijd hebben om deze ontwikkelopgave te
realiseren.
De afgelopen jaren timmerden we flink aan de weg
met de aankoop en inrichting van landbouwgronden
in en rondom bestaande natuurgebieden. Zo zijn er
op vrijwillige basis, mede door kavelruilen, jaarlijks
tientallen hectares nieuwe natuur verworven.
Recente omvangrijke uitbreidingen vonden plaats in
de Yerseke Moer, de Sint Laurense Weihoek en bij de
Wallen van Sluis.
Een bijzondere uitdaging was en is het Natuurpakket
Westerschelde. Dat behelst de uitbreiding van de
estuariene natuur met zo'n 600 hectare. Dat gebeurt
op drie locaties: de Hedwigepolder, het Zwin en het
Middengebied van Zeeuws-Vlaanderen met onder
andere Waterdunen. De Hedwigepolder en het Zwin
zijn onderdeel van de Scheldeverdragen tussen
Nederland en Vlaanderen. Daarover verderop nog
meer.
WALCHEREN EN DE BEVELANDEN
De afgelopen jaren boekten we behoorlijke
vooruitgang. Dat wil zeggen: op diverse locaties
zijn gronden verworven en ingericht, én in
de bestaande terreinen zijn de abiotische
omstandigheden voor zover we daar invloed op
hebben vaak verbeterd. Voorbeelden hiervan zijn
de Yerseke Moer en de Sint Laurense Weihoek,
waar bij beide zowel verbeteringsmaatregelen als
gebiedsuitbreiding zijn gerealiseerd. Het doel is
natuurlijk de natuurkwaliteit te verhogen. Vaak
vormen verbetermaatregelen een optimalisatie
(een 'plus'), maar soms zijn ze ronduit noodzakelijk
om negatieve effecten van nieuwe ontwikkelingen
te pareren. Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen
van fijnmazige rasters tegen grondpredatoren
die ook in onze weidevogelgebieden in opkomst
zijn. Zonder deze maatregelen zet de opkomst
van vossen het broedsucces van weidevogels
nog verder onder druk. Herstelmaatregelen
in stikstofgevoelige gebieden zijn een ander
voorbeeld. Dit zijn maatregelen die beslist zinvol
zijn, maar die bij een lagere stikstofdepositie meer
effect zouden hebben of helemaal niet nodig
zouden zijn.
ZEEUWS-VLAANDEREN
In West-Zeeuws-Vlaanderen hebben
we hard gewerkt aan het realiseren van
natuurontwikkelingsprojecten in het
Natuurnetwerk Zeeland. Goed beheer is na
oplevering uiteraard een must. En dat werkt!
Projecten zoals in de Willem Leopoldpolder,
Zwinpolder en Aardenburgse Havenpolder dragen
er toe bij dat de boomkikker weer helemaal terug
is in de streek. Gebieden zoals Sophiapolder en
De Blikken-, met volop mogelijkheden om vogels
te observeren, zijn ware vogelparadijzen.
In 2016 startte de uitbreiding van Het Zwin.
De uitbreiding met 120 hectare, waarvan 10 in
Nederland, draagt bij aan het natuurherstel van de
Westerschelde. Dit project zorgt niet alleen voor
een groter areaal getijdenatuur, maar is tevens een
duurzame oplossing tegen de verzanding. In het
eerste kwartaal van 2019 zijn de werkzaamheden
afgerond.
Even ten westen van Breskens wordt nog hard
gewerkt aan de laatste fase van Waterdunen, een
project waar kustveiligheid, natuurontwikkeling
en recreatie samengaan. Na het toelaten van een
gedempt getij, medio september 2019, laten
eb en vloed schorren en slikken in het gebied
ontstaan. We verwachten er een eldorado voor
broed- én trekvogels. Waterdunen wordt ook een
prachtig wandelgebied. Dankzij voorzieningen als
vogelhutten en kijkschermen zijn de vogels van
dichtbij te zien. Onderdeel van het project is het
Kustlaboratorium, een proeftuin voor zilte teelten
van circa 30 hectare. Hier zal het Landschap samen
met ondernemers de mogelijkheden voor de teelt
van schelpdieren en zilte groente, zoals lamsoor
en zeekraal, verkennen.
Ook in de Hedwigepolder wordt hard gewerkt
aan nieuwe natuur. Het voortouw daarvoor ligt bij
de provincie Zeeland; de verwachting is dat Het
Zeeuwse Landschap hier beheerder wordt.
TOEKOMST Boomkikker; terug
De klimaatverandering is een factor waar we van weggeweest.
beslist rekening mee moeten houden in onze (C. Jacobusse)
beheer- en inrichtingsbeslissingen. Op kleine
schaal kunnen we met maatregelen gevolgen van
klimaatverandering pareren, bijvoorbeeld door het
opmalen van water in een weidevogelgebied in
tijden van droogte. Natuurbeheer verandert door
bijvoorbeeld de vanwege de langere groeiseizoenen
en stikstofdepositie toegenomen groei van grassen
en gewassen, de hogere temperaturen en het natter
of juist droger worden van gebieden.
Extreme temperaturen, watertekort en wateroverlast
wisselen elkaar af. Er is dan ook een noodzaak voor
robuustere natuurterreinen, die veerkrachtig zijn
bij extremen in temperatuur en neerslag. Dat kan
door terreinen te verbinden met migratiezones,
maar ook door het inrichten van bufferzones
tussen de natuurgebieden en het aangrenzende
landbouwgebied. De zeespiegelrijzing gaat
sneller dan de natuurlijke aanslibbing en
aanzanding van zandplaten en schorren in de
intergetijdengebieden, waardoor broedhabitat voor
zeldzame kustbroedvogels verloren dreigt te gaan.
Om een sterke klimaatverandering te voorkomen,
is een reductie van de uitstoot van broeikasgassen
noodzakelijk.
Voor het behoud van de natuurwaarden in de
terreinen van het Landschap blijven er dus genoeg
uitdagingen voor de toekomst. Maar die zijn aan de
opvolger van Marten!
5. Haaij is rentmeester, H. Simons is districtshoofd
Noord en F. Schenk is districtshoofd Zuid van stichting
Het Zeeuwse Landschap.
ZEEUWS-13-LANDSCHAP