Ten noorden van Arnemuiden, in de hoek van de
Oranjepolderse Weg met de Blikkendijk, koestert
Het Zeeuwse Landschap een terrein waar de tijd
lijkt te hebben stilgestaan. Dit 3,4 hectare grote
heggengebied ademt de sfeer van het vooroorlogse
Walcherse landschap. En dat klopt. Dit deel van het
eiland raakte niet geïnundeerd aan het einde van de
Tweede Wereldoorlog en was evenmin betrokken
bij de daaropvolgende, ingrijpende herverkaveling.
Overstroming was er wél in 1953, maar het terrein
bleef gespaard bij de aparte ruilverkaveling
Kleverskerke die in 1964 werd afgerond. Toen later
toch aantasting dreigde, wist Het Zeeuwse Landschap
het in 1988 door middel van aankoop veilig te stellen.
tjiftjaf, ringmus en huismus zich thuisvoelen. Ook de
zomertortel weet het gebied te vinden. Naast heggen
dooraderen ook sloten het grasland, waarin ook
enkele veedrinkpoelen liggen. Het hollebollige micro
reliëf accentueert de kleinschaligheid, met soms grote
hoogteverschillen op korte onderlinge afstand. Dat is
het gevolg van moernering die hier net als elders in de
poelgebieden van het oudland plaatsvond. Op zoek
naar zout en brandstof hebben onze voorouders het
veen onder de klei vandaan gegraven. Dat gebeurde
meestal weinig systematisch en egalisatie bleef
veelal achterwege. Een vorm van roofbouw die ons
vandaag een heel bijzonder en inmiddels zeldzaam
landschapstype heeft nagelaten.
De meidoorns
bloeien net in
Heggengebied
Arnemuiden.
(CJacobusse)
Vanaf de Blikkendijk krijgt de bezoeker een fraai
overzicht. Daar valt ook het grote contrast op: aan
de westkant het authentiek ogende en kleinschalige
heggengebied, aan de oostzijde het'moderne'en
grootschalig ingerichte poldergebied. Ooit een schor,
werd dat in 1618 bedijkt tot de Oranjepolder, waarna
de Blikkendijk niet langer meer als buitenwaterkering
diende.
Het heggengebied is vrij toegankelijk voor de
wandelaar, die er zich vanaf de weg direct in een soort
doolhof waant, dankzij de ondoordringbare en in het
voorjaar rijk bloeiende struweelhagen. Die bestaan
vooral uit meidoorn, koebraam, vlier en sleedoorn,
temidden waarvan vogels als groenlïng, winterkoning,
Een nabij wonende boer pacht het terrein. Het grootste
deel beweidt hij 's zomers met melkkoeien. Een klein
deel wordt gehooid, gevolgd door nabeweiding.
Dat bevordert de dynamiek ten gunste van flora en
fauna. De watergang onderlangs de Blikkendijk kreeg
in 2018 een natuurvriendelijke oever, met een raster tot
in het water, zodat het vee het talud kan begrazen, wat
het natuurlijke beheer bevordert.
Met dit heggengebied bezit Het Zeeuwse Landschap
een terrein dat exemplarisch is voor een groot deel
van het Zeeuwse landschap-van-toen.
dr. A. P. de Klerk is historisch geograaf en redactielid
van ZEEUWSLANDSCHAP
ZEEUWS-19-LANDSCHAP