De bebouwde omgeving lijkt misschien niet de meest voor de hand liggende plek om de plantengroei te bestuderen. Wilde planten zul je eerder zoeken in ongerepte natuurgebieden of in gevarieerd agrarisch cultuurlandschap. Toch zijn er al vanouds floristen die zich intensief met de flora in de stad en industrieterreinen bezighouden Zeeland heeft wat dat betreft een traditie hoog te houden. De meelfabriek in Middelburg en zaadhandel Duvekot in Goes waren beroemde terreinen, waar floristen in het verre verleden al op zoek gingen naar adventieven, oorspronkelijk piet-inheemse soorten. Muurfijnstraal. Ook intensief bezocht, maar van iets latere datum waren de veerpleinen inVlissingen en Breskens. Dat waren nog maar één generatie geleden de plekken waar vingergrassen en liefdegrassen hun opmars door Nederland begonnen, daarbij de lintpatronen van de autowegen volgend. Dat is meteen één van de factoren die het planten zoeken in de bebouwde omgeving afwisselend en interessant maken: de constante aanvoer van nieuwe soorten door het (vracht-)verkeer. De aanwezigheid van concentraties van tuinen, van waaruit veel soorten verwilderen en de specifieke plantengroei op oude, verweerde muren, waarvan de voegen vaak gevuld zijn met kalkmortel, zijn andere redenen. Voeg daarbij nog dat de gemiddelde temperatuur in de stad net iets hoger ligt dan elders en alle ingrediënten voor een bijzondere flora zijn compleet. Om te beginnen die muren. Oude kademuren, tuinmuren en verwaarloosde, oude gebouwen zijn vaak ware botanische schatkamers. Je vindt er varens als muur-, steenbreek- en tongvaren, naast vaste bewoners als muurleeuwenbek, muursla, klein glaskruid en plat beemdgras. De mooiste muurvegetaties vind je in oude steden als Veere, Zierikzee en Middelburg, maar ook op geïsoleerde groeiplaatsen, zoals Fort Rammekens bij Ritthem met zijn roemruchte muurbloemen en de talrijke varens op de voormuur van Slot Haamstede. Muurvegetaties genieten in tegenstelling tot de overige stadsflora veel aandacht van natuurbeschermers, omdat ze vaak zeldzaam zijn en in hun voortbestaan bedreigd worden door restauraties en sloop van oude gebouwen. Wat daarbij meetelt is dat het gaat om gevestigde soorten die al erg lang in Nederland voorkomen. Nieuwkomers als kruipklokje en muurfijnstraal zijn heel wat minder in tel. Dat laatste geldt ook voor de soorten die te vinden zijn in de voegen van de straat. Die vormen een gezelschap waarin veel weliswaar inheemse, maar vaak zeer algemene planten als straatgras, liggend SG '-± j êwii _H A - iw'ML--1 €t ICKI fF A ^VB f Ai ZEEUWS-20-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2019 | | pagina 20