Tekst: Carolien van de Kreeke Illustraties: Herman Nauta, www.hermannauta.nl "Schep eens een beetje door", zegt Wannes tegen Keetje. "De emmer is nog lang niet vol, hoor." Keetje schept ijverig. Ze hebben op school gehoord dat mensen hier vroeger veen opgroeven. Veen is een grondsoort. Omdat daar jarenlang zout zeewater overheen gespoeld is, zit er zout in het veen Als je dat droogt, kun je het eruithalen. Dat lijkt Wannes en Keetje heel leuk om te doen. "Stel je voor, straks kunnen we onze eigen potjes zout gaan verkopen: zelf gewonnen zout uit de Yerseke Moer!""lk denk niet dat dat gaat gebeuren", horen ze opeens iemand zeggen. Ze schrikken er even van, maar zien dan een aardige meneer staan. Hij is hier de boswachter van Het Zeeuwse Landschap. "Mag ik vragen wat jullie aan het doen zijn?"Wannes en Keetje vertellen waarom ze hier met een schep en een emmer bezig zijn. De beheerder knikt begrijpend. "Maaréls dat zou mogen, dan staan jullie wel op de verkeerde plek. Je zou dan juist in deze lagere strook moeten graven Want veen wordt - na honderden jaren - platter, dunner. Het klinkt in. Dus juist op de lage gedeelten zit er nog veen in de grond. Op de nu hogere delen is het veen al weggehaald, in de middeleeuwen." Wannes en Keetje luisteren belangstellend."Ik vind jullie idee om dat nu weer eens te proberen echt geniaal. Maar helaas is het niet toegestaan om in deze bijzondere bodem te graven. Wannes en Keetje snappen dat wel, maar vinden het wel jammer dat hun zouthandeltje niet doorgaat. ZEEUWS-22-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2019 | | pagina 22