opstelling van de panelen en ook de ruimte die
tussen de panelen zit. Bij de juiste opstelling met
voldoende tussenruimte zijn er volgens onderzoek
kansen voor planten, insecten en vogels, zoals gele
kwikstaart, veldleeuwerik, graspieper en patrijs.
Hierbij is juist het beheer van het zonnepark cruciaal
om de biodiversiteit te bevorderen. Door deze
tussenruimtes te hooien of slechts periodiek te
begrazen lijkt de grootste natuurwinst behaald te
kunnen worden. Ook de landschappelijke inpassing,
die meestal uit een haag bestaat, biedt veel kansen
voor vogels en insecten. Een andere optie is om een
deel van het zonnepark zodanig in te richten dat dat
fungeert als verbindingszone voor de natuur. Het
beheer wordt gefinancierd vanuit de opbrengst van
de zonnepanelen. De ontwerpen voor zonneparken
die wij tegenkomen nemen die plus voor de natuur
helaas nog weinig mee.
NADELEN
Tegelijkertijd kunnen zonneparken ook nadelige
natuureffecten hebben. Zo zullen vogels van een
open landschap, zoals weidevogels, er niet tot
nauwelijks voorkomen. Ook zijn er insecten die de
panelen aanzien voor water, waardoor ze eitjes op de
verkeerde plaats afzetten. Zelfs kunnen ze door de
hoge temperatuur van de collectoren sterven als ze
erop gaan zitten. Hier zijn gelukkig wel oplossingen
voor, zoals het aanbrengen van een wit raster op
en het toepassen van een witte rand rondom de
panelen. Niet altijd wordt de landschappelijke
inpassing snel geregeld, waardoor het jaren duurt
voordat er positieve effecten voor de natuur zijn.
LANDSCHAP BELEVING
De mate waarin zonneparken een positief effect
hebben op de beleving van het landschap is lastig
te beoordelen. Veel mensen vinden de industriële
uitstraling afbreuk aan het landschap doen. Andere
mensen ervaren het juist als positief, vanwege de
bijdrage aan de klimaatdoelstellingen. Zeker is
wél dat de zichtbaarheid van zonneparken veel
minder ver reikt dan bijvoorbeeld windmolens.
Zonnepanelen zouden zelfs op een kleinschaliger
manier ingepast kunnen worden in het
landbouwgebied, in de vorm van'strokenteelt',
wat zowel landschappelijk als ecologisch interessant
kan zijn. De omvang van het zonnepark,
de landschappelijke inpassing, de hoogte en de
vormgeving hebben grote impact op de algehele
beleving en dat is per locatie verschillend. Toch
heeft Het Zeeuwse Landschap de voorkeur om deze
panelen te plaatsen in verstedelijkt of industrieel
gebied of deze kleinschaliger in het landschap in te
passen.
HOETIJDELIJKISTIJDELIJK?
Bij het benoemen van onze twijfels bij zonneparken
in het buitengebied wordt vaak gezegd dat ze een
tijdelijk fenomeen zijn: na twintig tot dertig jaar kan
het zonnepark weer worden weggehaald.
In theorie klopt dit natuurlijk. De vraag is of dat ook
realistisch is: er ligt dan immers een dure kabel om
de geproduceerde stroom af te voeren. Het zal vaak
aantrekkelijker zijn om op deze locatie opnieuw
een zonnepark aan te leggen. Ook is onbekend
hoe de kwaliteit van de grond is nadat het park is
afgebroken. Het fenomeen is nog zó nieuw, dat er
nog onvoldoende ervaring mee is opgedaan.
Het Zeeuwse Landschap vindt dat de plaatsing
van zonnepanelen met name moet worden
gecombineerd met andere functies, zoals het
volleggen van daken en parkeerterreinen. Uiteraard
zijn wij niet van plan om zelf zonneparken aan te
leggen in de door ons beheerde natuurgebieden.
Wij beoordelen naast onze terreinen gelegen
zonneparken op hun gevolgen voor natuur en
landschap. Ondertussen werken wij aan een visie
op het benutten van natuurkansen bij dergelijke
initiatieven. Mocht u uw mening over zonneparken
willen delen, graag! Dit helpt ons om onze visie
verder te ontwikkelen. U kunt ons benaderen via
info@hetzeeuwselandschap.nl.
K. van der Vlugt is beleidsmedewerker Natuur en
Landschap bij stichting Het Zeeuwse Landschap
Zonnepark bij
Middelburg; beter
zouden eerst de
naburige daken van
de grote bedrijven en
het parkeerterrein in
De Mortiere gebruikt
worden.
Een zonnepark
in de industriële
omgeving van het
Sloegebied.
ZEEUWS-11