100
een puntvormige lichtbron worden afgezocht. Aan
een tipje van een snuit, een stukje van een oor of een
deel van een teen met lange haren is de vleermuis in
de meeste gevallen op de juiste naam te brengen.
GEWONE GROOTOOTVLEERMUIS
De eerste overwinteraar in 1987 was een gewone
grootoorvleermuis. Deze heeft inderdaad grote
oren, die hij in winterslaap bijna altijd opgevouwen
onder de onderarm houdt. Alleen het relatief grote
oordeksel steekt naar voren en wordt vaak voor
het oor zelf gehouden. Grootoorvleermuizen zijn
goed in staat met hun echolocatiesysteem - het
uitzenden van geluidsignalen en de echo's met de
oren opvangen - insecten die op bladeren zitten op
te sporen en te verschalken ('gleanen').
Het zijn vleermuizen die tussen takken en bladeren
uitstekend hun weg weten te vinden. Grotere
prooien, (nacht)vlinders bijvoorbeeld, eten ze vaak in
de omgeving van de rustplaats. Deze soort is vaak de
eerste die gebruik maakt van een nieuw beschikbaar
gekomen winterverblijf: het is een echte pionier. In
de afgelopen 30 jaar piekten de aantallen van deze
soort tot rond de 20 stuks.
WATERVLEERMUIS
De tweede soort die in de winter van 1997-1998 in
de bunkers van Oranjezon werd aangetroffen is de
watervleermuis. Deze zijn te herkennen aan hun
roze snoet en relatief grote poten. Ze jagen op een
min of meer vaste hoogte van circa 20 centimeter
boven water. Ze lokaliseren hun prooi met hun
echolocatiesysteem op het wateroppervlak of vlak
daarboven, en harken het met de achterpoten
er vanaf. De bunkers liggen minder dan 1000
meter van het infiltratiekanaal, bij de vroegere
inlaat naar het pompstation. Het ligt voor de hand
te veronderstellen dat de hier overwinterende
watervleermuizen in de zomer boven het hele
stelsel van de infiltratiekanalen foerageren. Sinds
de eerste waarneming van een overwinterende
watervleermuis is de trend duidelijk stijgend.
De eerste drie winters nog met een enkel dier,
daarna met een duidelijk opwaartse trend en de
laatste twee winters tot net boven de 100 stuks.
80
60
40
20
FRANJESTAART
In de winter van 2002-2003 dook de derde
vleermuissoort op: de franjestaart. De Nederlandse
naam verwijst naar de stijve haartjes langs de rand
van het staartvlies. Tijdens wintertellingen moet
gelet worden op hun oren die iets langer zijn dan
bij de watervleermuis, bovendien aan de top wat
opgewipt zijn en roze van kleur met zichtbare
bloedvaatjes. Deze soort jaagt in de nabijheid van
water, maar ook geregeld in struiken of bomen langs
het water. Hij heeft een goeie tactiek om spinnen uit
een web te plukken zonder last te hebben van de
kleverige webdraden. De aantallen overwinterende
franjestaarten zijn weliswaar beperkt, toch kan er
inmiddels gesproken worden van een constant
aanwezige, kleine populatie.
Het belang van de zes bunkers in de duinrand
van Oranjezon lijkt evident: ze verschaffen drie
soorten vleermuizen een passend winterverblijf.
Er heersen goede klimaatomstandigheden: een
hoge luchtvochtigheid, een lage, gelijkmatige
temperatuur en bescherming tegen wisselende
luchtstromen. Ook de rust draagt in belangrijke
mate bij aan de geschiktheid. Deze soorten zijn ook
buiten de winterslaapperiode elders in Zeeland
te vinden. De algemeen voorkomende gewone
grootoorvleermuis en de watervleermuis komen
zeker voor in Oranjezon en de aangrenzende
Manteling van Walcheren. Van de voor Zeeland
betrekkelijke nieuwkomer, de franjestaart, is dit zo
goed als zeker. Bijna alle vleermuissoorten nemen
al in de loop van augustus geregeld poolshoogte
bij potentieel geschikte winterverblijven. Welk
verblijf het dan wordt? Stemmen doen vleermuizen
uiteindelijk met hun vleugels Wel blijft het
belangrijk dat er voor de vleermuizen enkele
routes tussen het braamstruweel rond en in de
bunkeringangen beschikbaar blijven, zodat ze
ongehinderd hun winterverblijf kunnen bereiken.
J. P. Bekker houdt zich uitgebreid bezig met zoogdieren
in en buiten Europa. Vleermuizen en andere
kleine zoogdieren hebben daarbij zijn bijzondere
belangstelling.
-LANDSCHAP
Aantals
ontwikkeling van
overwinterende
gewone grootoor
vleermuizen,
watervleermuizen
en franjestaarten
in de bunkers van
Oranjezon.
Gewone grootoor
vleermuis met
gestrekt linkeroor
en het rechteroor
onder de onderarm
gevouwen.
(J. Willemsen)
gewone grootoorvleermuis ^^watervleermuis franjestaart