{.uerre^
uit de aar op de grond gevallen, waar het ontkiemt,
verschimmelt of wegrotTussen de staande halmen is
er ook te weinig ruimte voor onkruiden om te kunnen
groeien, zodat ook die geen soelaas bieden.
Akkerranden en bloemenblokken
Akkerranden zijn vaak ingezaaid met soorten die
tot heel laat in de wintervoedsel kunnen bieden.
Voorbeelden zijn cichorei, bladrammenas, wilde
kaardenbol en verschillende zonnebloemen.
In het project PARTRIDGE op Schouwen-Duiveland
experimenteren we hiermee. Hier worden grote
'bloemenblokken'met veel zaaddragende gewassen
ingezaaid. Toch doet zich ook daar het probleem voor
dat aan het einde van de winter de koek meestal op is.
Honderden vogels foerageren erop en de planten laten
gedurende de winter het zaad vallen. Hier willen we
de komende jaren verder onderzoek naar verrichten:
zijn deze maatregelen zodanig te verbeteren dat
we de overwinterende vogels nog beter bedienen?
Maar naast het opraken van het voedsel komt hier
nog bij dat echte akkervogels, zoals leeuweriken en
piepers, meestal niet in staande gewassen, maar op
de grond foerageren. Overigens kunnen zaadeters als
kneu, ringmus en putter wel veel profiteren van lang
vruchten dragende, staande kruiden.
North Sea Region
PARTRIDGE
European Regional Development Fund EUROPEAN UNION
Winterannuellen tussen stoppels
Het is natuurlijk duurzamer en beter om structurele
maatregelen te nemen, die zoveel mogelijk - zij het
soms met wat moeite - binnen de landbouwkundige
praktijk passen. Daarbij kunnen we putten uit het
verleden. Vroeger was het een wijdverbreid gebruik
om stoppels in de winter te laten staan. Tussen de
stoppels konden vogels dan in de eerste plaats op zoek
naar gevallen graankorrels. Als die voorraad uitgeput
raakte, was er aanvulling van kruiden die tussen de
stoppels opkwamen. Dat gaat dan veelal niet om
(plaag)onkruiden als akkerdistel, kweek of ganzenvoet,
maar om de meer'onschuldige'- want makkelijker
te beheersen - soorten, zoals grote ereprijs, paarse
dovenetel, herderstasje en klein kruiskruid. Dat zijn
de zogenaamde winterannuellen. Heel vroeg in het
voorjaar zijn ze er het eerste bij om te bloeien en zaad
te zetten. Bij gunstige weersomstandigheden bloeien
ze zelfs midden in de winter.
Muizen en dekking
Stoppelvelden zijn ook om een andere reden van
belang. Doordat de grond niet geploegd wordt, blijven
de muizenholletjes heel en komen er dus relatief veel
muizen voor. Die zijn een geliefd hapje voor roofvogels
en uilen die talrijk in Zeeland overwinteren. Zo kun je
boven de akkers in het Stolpweggebied regelmatig
blauwe kiekendieven, een ruigpootbuizerd of tijdens
de schemering een velduil zien jagen. Deze soorten
foerageren heel frequent boven stoppelvelden.
Biddende torenvalken zijn er ook altijd te vinden.
Op de kale, omgeploegde akkers is er niet alleen een
gebrek aan voedsel, maar kunnen akkervogels zich ook
niet verstoppen voor de overwinterende roofvogels.
Overwinterende stoppels bieden die dekking aan
Patrijzen in
een winters
stoppelveld.
(C. Jacobusse)
-
V
veldleeuweriken, patrijzen en watersnippen. Ook dat is
een effect van de stoppelvelden dat echt zoden aan de
dijk zet voor onze akkervogels.
Om dit in het veld te laten zien, nodigen we u uit voor
een wintervogelexcursie inTopgebied Burghsluis, op
zaterdag 4 januariom 10 uur. Dankzij het Europese
Interreg-project PARTRIDGE is deelname gratis.
Het vertrekpunt vindt u op het kaartje hiernaast.
C. Vreugdenhil is medewerker ecologie en C. Jacobusse
is hoofd ecologie en kwaliteitszorg van stichting
Het Zeeuwse Landschap
21 - LANDSCHAP
Vertrekpunt van de
PARTRIDGE-winter-
vogelexcursie op
zaterdag 4 januari,
10 uur: T-splitsing
Stolpweg en Karre-
mansweg, Schouwen.
(ArcGISonline)