Een berkenbos De titel klinkt een beetje provocerend. Maar wees gerust, ook de auteur is een
bij weinigvolstrekte dummie als het om chemie en processen in de bodem gaat. Maar misschien
lukt het juist daarom om niet over de hoofden heen te praten, maar iets te vertellen
dat ook voor dummies helder is. Want over stikstof en alles wat daarmee te maken
heeft doen de meest wilde verhalen de ronde. Variërend van 'Er is niets aan de hand'
tot 'Ze kunnen beter eens iets aan al die vliegvakanties doen'.
12 - LANDSCHAP
Om met het laatste te beginnen: het is niet de
stikstof zelf die het probleem vormt. De lucht die
we inademen bestaat voor bijna 80% uit stikstof
(N2) en die heeft helemaal geen invloed. Het zijn
stikstofverbindingen die een belasting voor natuur
en één bij veel en milieu vormen. Als men het heeft over stikstof uit
stikstofdepositie. auto's en vliegtuigen bedoelt men stikstofoxiden:
stikstofmonoxide (NO) en stikstofdioxide (NO2).
Die zijn vooral schadelijk voor onze gezondheid en
ook die van dieren. Je krijgt ze ongemerkt binnen en
ze oefenen heel langzaam hun schadelijke invloed
uit. De term sluipmoordenaar is in dat opzicht heel
terecht.
Ammoniak
De stikstofverbinding waar onze natuurgebieden
onder lijden is ammoniak (NH3). Die komt voor een
belangrijk deel vanuit de veeteelt, met name de bio-
industrie (zie ook pagina 25 over de herkomst van
stikstofverbindingen in Zeeland). Het houden van
duizenden kippen, varkens of andere dieren levert
een enorme uitstoot op. Die is afkomstig van de
eiwitten die ze in hun voer krijgen. Daarbij kijkt men
niet op een onsje: hoe meer eiwitten, hoe hoger de
productie van vlees en eieren. Daar waar urine en
uitwerpselen vermengd worden - zoals in stallen
meestal het geval is - komt extra veel ammoniak
vrij. Een groot deel daarvan dat in gasvorm in de
lucht terechtkomt (emissie), komt via neerslag op
de bodem terecht (depositie); het merendeel op vrij
korte afstand van de bron.
In de natuur is ammoniak een meststof. Dat lijkt
op het eerste gezicht misschien gunstig voor
de plantengroei, maar dat is het toch niet. Er
zijn planten die absoluut niet tegen ammoniak
kunnen, maar dat betreft bij de Nederlandse flora
een minderheid. Bovendien zijn dat veelal soorten
van droge zandgronden in het oosten van ons
land. In Zeeland speelt veel meer de invloed op de
concurrentieverhouding tussen soorten: de ene
weet veel beter van de ammoniak te profiteren dan
de andere.
Bramen en brandnetels
Bramen en brandnetels woekeren enorm dankzij de
bemesting door stikstofdepositie. Zij overgroeien
of verdringen andere planten. Al jarenlang gaan
planten van voedselarme omstandigheden over de
hele linie achteruit, terwijl soorten van voedselrijke
standplaatsen juist floreren. Dat speelt in alle
mogelijke milieus. Van bossen, waar de mos- en de
kruidlaag verdrongen worden door struweelopslag
en woekerende bramen, tot vochtige graslanden,
waar zeggen en orchideeën plaats moeten maken
voor grove grassen, zoals rietzwenkgras en kweek.
Ook op de Zeeuwse bloemdijken speelt het
probleem in alle hevigheid. Typische dijkplanten als
wilde marjolein, ruige anjer en moeslook verdwijnen
onder de dauwbramen en dat heeft natuurlijk ook
grote gevolgen voor de fauna.
Insecten
Die gevolgen beginnen bij de basis van de
voedselketen: de insecten. Het zijn maar enkele
plantensoorten die voordeel hebben van ammoniak
en meestal zijn dat geen soorten met een
uitbundige bloei. Grove grassen en brandnetels
trekken nauwelijks bloembezoekers. Hoewel
bijvoorbeeld bramen en distels wél in trek zijn bij
insecten, kunnen die het verlies van alle andere
bloemen niet compenseren. Dat geldt al helemaal
voor specialistische bloembezoekers, zoals de
andoornbij, knautiabij, klokjesbij en tal van andere
soorten.
Minder insecten betekent natuurlijk ook minder
insecteneters. Dat zijn er enorm veel. Van libellen en
wespen tot vleermuizen, zwaluwen, vliegenvangers
en roodborstjes. Zelfs notoire zaadeters als
mussen en leeuweriken zijn voor het opkweken
van hun jongen volledig afhankelijk van insecten.
Insecten vormen verder het stapelvoedsel voor
uiteenlopende vogels als (kuif)eenden, roofvogels
(boomvalk, wespendief), patrijs (kuikenvoer!) en
nachtegaal.
De vermindering van insecten is een bekend,
maar complex probleem. Ongetwijfeld speelt de
stikstofdepositie daarbij een rol, maar even zeker
spelen andere factoren, zoals het gebruik van
pesticiden, lichtvervuiling, afbraak van leefgebieden
en het verdwijnen van nestgelegenheid.
Allerlei soorten getroffen
Dat laatste heeft een heel directe link met de
stikstofproblematiek. Veel vegetaties hebben open
ruimtes tussen de planten. Die ruimte is voor heel
veel planten en dieren van belang. Zo kiemen er
bijvoorbeeld eenjarige plantjes, graven bijen en
wespen er hun nestholletjes, liggen hagedissen
er te zonnen en nemen vogels er hun stofbad.
Al die kleine zogenoemde 'niches' (functies) in de
levensgemeenschap verdwijnen als de vegetatie
zich sluit tot een bedekking van 90 procent of
meer. Om dat wat concreter te maken: duinviooltjes
kiemen in het duingrasland op open plekken,
waar de zaden naartoe gesleept worden door
mieren. Op duinviooltjes leeft de rups van de
duinparelmoervlinder, die zijn eitjes alleen op
viooltjes in de duinen afzet. Het duin groeit dicht,
viooltjes gaan al jaren zienderogen achteruit en in
hun kielzog is ook de duinparelmoervlinder op de
rode lijst beland. Het is een voorbeeld uit vele.
Ruige anjer,
een zeldzame
bloemdijkplant.
Veldparel-
moervlinder.
Daarmee is het plaatje nog niet compleet.
Paddenstoelen behoren bijvoorbeeld tot de
meest ammoniakgevoelige organismen. Vooral
de zogenaamde mycorrhiza-vormers, die een
ingewikkeld samenlevingsverband hebben met
bomen. Het betreft vele honderden soorten en
die gaan ook vrijwel zonder uitzondering flink
achteruit. Dat lijkt misschien een probleem dat
vooral paddenstoelen-specialisten en -liefhebbers
treft, maar het ligt ingewikkelder. Die mycorrhiza-
paddenstoelen zijn namelijk van essentieel belang
voor de gezondheid van verreweg de meeste van
onze inheemse bomen.
Stikstof maakt meer kapot dan je lief is!
C. Jacobusse is senior beleidsmedewerker van stichting
Het Zeeuwse Landschap
ZEEUWS - 13 - LANDSCHAP