GESTEELDE ZOUTMELDE
EN ZEEGERST
i
BEHOUD EN VERSTERKING VAN
INTERNATIONAAL BEDREIGDE
KUSTPLANTEN
Zeegerst. In 2019 stelden Het Zeeuwse Landschap,
(E. Speksnijder) staatsbosbeheer en Natuurmonumenten
een actieplan op voor gesteelde
zoutmelde en zeegerst. Daarmee willen
we de bestaande groeiplaatsen van deze
zeer zeldzame kustplanten versterken
en nieuwe groeiplaatsen ontwikkelen.
In dit artikel brengen we u op de
hoogte van de eerste resultaten van de
herintroductieproef.
Standpunt over (her)introductie
Door Pepijn Calle,
André Hannewijk
Tijmen den Ottelander
Gesteelde zoutmelde
Gesteelde zoutmelde zal voor de leek een erg klein,
onopvallend, saai en grijs plantje zijn. Het hart van
de florist gaat er daarentegen wel een stuk sneller
van kloppen. Niet zozeer omdat hij de soort zo mooi
vindt, maar vanwege de zeldzaamheid. De soort
komt in Nederland namelijk alleen zeer zeldzaam in
het Wadden- en het Deltagebied voor. Sinds 1950 nam
deze overal zeer sterk af. Ondanks dat resteren er nog
drie vitale populaties in Zeeland.
De plant groeit hier nu uitsluitend binnendijks, in de
overgangszone van zoute pionier- naar hoger gelegen,
zilte vegetaties. De gesteelde zoutmelde behoort nu
tot de zeldzaamste zoutplanten van Nederland en
staat ook in onze buurlanden onder zware druk.
In België staat de soort op uitsterven en in Duitsland
heeft die de status'bedreigd'. In Engeland en Frankrijk
is de situatie vergelijkbaar. De combinatie van extreme
zeldzaamheid, eisen aan de groeiplaatsen en vooral het
zeer beperkte verspreidingsvermogen maakt de kans
op natuurlijke (herjkolonisatie van andere, geschikte
leefgebieden gering. Zelfs over korte afstand kan de
soort zich slecht verspreiden.
Zeegerst
Ook van zeegerst zullen de meeste natuurliefhebbers
niet warm worden. Het is een onopvallend, klein
grasje waar je zó aan voorbijloopt. Deze (eveneens)
eenjarige plant groeit op vergelijkbare plaatsen als
de gesteelde zoutmelde, maar verkiest veelal een net
wat hogere en dus minder zilte groeiplaats. Ze komen
onder andere voor op hoge schorren, zeedijken en
in zilte graslanden. Zeegerst is sterk afgenomen in
Zeeland. Alleen in de natuurontwikkelingsgebieden
in Schouwen neemt de soort weer toe. Die bedekt
lokaal zelfs meer dan duizenden m2. Ook deze plant is
internationaal sterk bedreigd. In België, Duitsland en
Denemarken is de soort momenteel uitgestorven en
ook in Engeland gaat die achteruit.
Veranderd landschap
Met een groepje bekwame floristen hebben we
de bestaande groeiplaatsen goed onderzocht.
Onze conclusie was dat er meer natuurgebieden in
ZEEUWS - 20 - LANDSCHAP
Zeeland geschikt zijn. Het versterkte ons vermoeden
dat de beide soorten die terreinen niet meer of zeer
moeizaam kunnen koloniseren. Vroeger was de
Zeeuwse delta véél dynamischer, waardoor hun zaden
zich makkelijker via het water konden verplaatsen.
Ook rondtrekkende schaapskuddes verspreidden
de zaden. Veel van de voormalige groeiplaatsen zijn
helaas door verzoeting en verdroging verloren gegaan.
Dankzij actief waterbeheer konden immers voormalige
natte, zilte graslanden in cultuur worden gebracht
en met regelmaat werden zilte laagtes opgehoogd.
Binnendijks overleefden de soorten alleen nog in
enkele kleine natuurreservaten. Vanaf de jaren '90
kwam er gelukkig meer aandacht voor natuur(herstel)
en zijn er in Zeeland geleidelijk nieuwe natuurgebieden
aangelegd. Daar waar nog zoute kwel optrad, keerde
een palet van zilte soorten terug, maar zeegerst en
gesteelde zoutmelde lieten het veelal afweten.
Experimenten in de Yerseke Moer
De Yerseke Moer is zo'n natuurgebied waar de laatste
decennia een flink areaal zilt grasland is ontstaan.
Dat is te danken aan aankoop van nieuwe percelen en
een hoger waterpeil. Maar ook door de toename van
zoute kwel vanuit het Kanaal door Zuid-Beveland, door
de verbreding en verdieping van het kanaal. Ondanks
dat hier een groot leefgebied voor beide soorten
ontstond, keerden de soorten er niet op eigen kracht
terug. Als onderdeel van het actieplan 'introduceerden
we hier beide soorten als proef. Zo strooiden we in
2019 enkele honderden zaadstengels van zeegerst uit
Schouwen in twee deelgebieden uit.Tot onze grote
vreugde kwam de soort hier dit jaar massaal op.
De volgende jaren moet blijken of de soort zich in
stand kan houden en/of verder uitbreiden.
Met de gesteelde zoutmelde zijn we in 2020 van start
gegaan. We hebben hier verspreid door het gebied
enkele honderden kiemplanten aangeplant, afkomstig
van Zeeuwse groeiplaatsen. In juli dit jaar was een
ruime meerderheid hiervan nog in leven. Een groot
deel bloeide al en had zaden in ontwikkeling. Later dit
najaar willen we de soort ook in andere proefveldjes
uitzaaien, zodat we de effectiviteit van beide methodes
kunnen vergelijken. Ook voor deze soort weten we pas
over enkele jaren of het succesvol zal zijn. Omdat we
de soort op vele plekken in de Yerseke Moer hebben
uitgeplant en gaan zaaien, verwachten we dat dat op
een deel van de locaties succesvol zal zijn.
P. Calle is medewerker ecologie van stichting
Het Zeeuwse Landschap, A. Hannewijk boswachter Gesteelde
ecologie van Staatsbosbeheer Zeeland-Zuid en zoutmelde aan de
T. den Ottelander boswachter natuurbeheer van Schouwse zuidkust.
Natuurmonumenten Zeeland en Volkerak (E. Stikvoort)
Het Zeeuwse Landschap is erg terughoudend
met (her)introductieprojecten. Het is véél beter
als soorten uit zichzelf (terug)komen. Uitzetten
van organismen beperkte zich totnogtoe tot een
enkele wilde soort uit de dierenopvang en enkele
zeldzame akkerplanten in onze akkerreservaten.
Deze planten kwamen immers vroeger met het
destijds minder goed geschoonde zaaigoed mee.
Voor zeegerst en gesteelde zoutmelde wijken we
hier dus voor het eerst vanaf. Deze zijn internationaal
namelijk sterk bedreigd en wij zien een grote kans
voor het creëren van nieuwe populaties in onze
gebieden. Bovendien kunnen de soorten zich door
het door de mens veranderde landschap niet meer
op eigen kracht verspreiden. Uiteraard werken wij
conform de richtlijnen voor (her)introducties, in dit
geval het landelijke protocol van FLORON. Enkele
voorwaarden zijn:
- Goede vastlegging in de Nederlandse Databank
Flora en Fauna.
- Intensieve monitoring (ook van de
bronpopulaties).
- Geen negatieve impact op de bronpopulaties.
- Aanbrengen van voldoende en genetisch
gevarieerd materiaal.
- Communicatie over het project.