Onder de rook van Vlissingen-Oost, grofweg tussen
Borssele en Driewegen, ligt in de oksel van een dijk
de Westeindse Weel. Voor de passant die zich dorstig
naar het nabijgelegen café't Klompekot spoedt, is
het wellicht niet meer dan een met riet omzoomde
plas, maar de minder haastige voorbijganger die de
moeite neemt om het informatiebord te lezen, zal
ontdekken dat het een waardevol natuurgebiedje is
met een rijke historie.
Tijdens de beruchte Sint Felixvloed op 5 november
1530 - ook wel bekend als Sint Felix quade saterdach
- werden grote delen van Vlaanderen en Zeeland
weggespoeld, waarbij een onbekend, maar groot
aantal mensen verdronk. De huidige Westeindsedijk
die toen dienstdeed als zeewering brak op die
rampzalige dag door en op de plaats waar eerder
een kreek lag ontstond door het met geweld naar
binnen stromende water een diep kolkgat.
Dergelijke doorbraakkolken, ook bekend onder
de naam weel of wiel, zijn van ongeveer 150
plaatsen in Zeeland bekend. Vanwege de diepte
van deze kolken, vaak tien, tot soms wel 25 meter,
kon de oude dijk meestal niet gedicht worden en
werd de kolk opnieuw omdijkt, waarna de nieuwe
dijk werd aangesloten op de oude zeedijk. Dit
verklaart de karakteristieke scherpe knikken en
bochten in veel Zeeuwse dijken. Een kolkgat kon
zowel binnengedijkt als buitengedijkt worden.
De Westeindse Weel is een voorbeeld van een
binnengedijkte weel. Het gebied is eigenlijk een
combinatie van een oude kreekrest en een kolkgat.
De Westeindse Weel is al meer dan 50 jaar in
eigendom en beheer van Het Zeeuwse Landschap.
Het gebied bestaat uit een kleine met riet, heen en
ruwe bies omzoomde diepe poel en in het oosten
uit drassig laag liggend weiland. Weidevogels
hebben het zwaar in dit kleine snippertje natuur
de scholekster en kievit zijn recent verdwenen als
broedvogel en de tureluur houdt met een enkel paar
in 2020 nog net stand. Daarentegen floreren riet- en
moerasvogels als grauwe gans, dodaars, waterral,
cetti's zanger en blauwborst. In de plantengroei
weerspiegelt zich het zilte verleden; in het gebied
komen veel zoutminnende planten voor waaronder
aardbeiklaver, melkkruid, selderij, zeekraal, zulte
(zeeaster) en dunstaart, de laatste drie ook wel
bekend onder de streeknamen morelle, lamsoor en
schoorsteentje.
Het gebied is niet toegankelijk maar goed te
overzien vanaf de dijk die in diverse wandel
en fietsroutes is opgenomen. Mijn advies: sta
even stil, geniet en gun jezelf een moment van
contemplatie.
J. Walhout is medewerker ecologie bij
Het Zeeuwse Landschap
Westeindse weel
(Chiel Jacobusse)
ZEEUWS - 19 - LANDSCHAP