Uat opviel was dat men verschillende hopen riet liet liggen* Ringslangen blijken hier graag in te verblijven en hun eieren te leggen* Met het introduceren van deze "kunstmatige" natuurlijke broedge1egenheid voor de ringslang heeft men goede ervaringen opgedaan. Ook iets voor Nederland, bvin de Uieden? In het gebied zijn wandelpaden en bruggetjes aangelegd* De paden worden 4 tot 5 keer per jaar gemaaid. De kanalen in het terrein zijn geschoond en uitgebaggerd, waardoor deze, hoewel ze waarschijnlijk eutroof zijn, een goede waterkwaliteit verkregen. Dat ook de bruggetjes regelmatig onderhoud nodig hebben, bewees Roelof Bijl, toch al verzwaard met kilo's p1antenmateriaa1Op spectaculaire wijze versplinterde het rotte hout onder zijn gewicht, maar tot onze spijt hield hij er geen natte voeten aan over. Aanbevelenswaardig was het idee om het loophout van de bruggetjes met gaas te betimmeren, zodat uitglijden op het algentapijt voorkomen wordt. De botanische kwaliteiten van het rietland zijn hoog. In de reeds genoemde Bure Marshes streeft men naar gemiddeld 24 plantensoorten per vierkante meter. Momenteel zit men op 16 soorten. Verschillende orchideeënsoorten hebben zich gevestigd, en men is positief gestemd over het mogelijke verschijnen van Sturmia. Opvallend was de onverwachte opkomst van Moeraskartelbladdat een negatieve invloed uitoefende op de groei van de Padderus. De Engelsen beschouwden de ontwikkeling van het Moeraskartelblad als een 20 vervelende bijkomstigheid; wij zouden juist blij zijn met zo'n soort Het rietland van de Horning Hall Marshes viel op door de vele Galigaan die daar voorkwam. In Zeeland, is deze soort alleen aan te treffen in de inlaag bij het Goese Sas. Deze inlaag wordt deels beheerd door de Zuidbeve1andse vrijwilligers van de KNNVProbleem voor hen was dat men niet wist wat er met de Galigaan moest gebeuren. De Engelsen maaien het éénmaal in de 4-6 jaar, beslist niet vaker. Het gevolg is dat de plant zich beter uitstoelt. De maaitijd is van juni tot in september. Aangeraden werd om eind juni-begin juli te maaien. Doet men het later, bijv/oorbeeld in september, dan bestaat de kans dat de plant schade kan oplopen door vroege nachtvorsten. Jonge uitlopers van Galigaan zijn veel vorstgevoe1iger dan de oudere In dit rietland wordt ook met kracht gewerkt aan het verwijderen van de Elzen. Bij het afzetten van de stobben maakt men gebruik van de motorzaagof de bosmaaier met daarop een handig zaagblad gemonteerd. Omdat de stobben hardnekkig uitlopen smeert men ze in met ammonium-sulfamaatHet middel zou, in vergelijking met andere middelen, milieuvriendelijk zijn. Daarna wordt het riet éénmaal in de 5-6 jaar gemaaid. Voor het maaien gebruikt men een éénassige tractor met maaibalk, oftewel een "kopmaaier".

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1988 | | pagina 12