BOEKBESPREKIMG
Verbindingswegen voor plant en dier*
In 1988 verscheen als uitgave van de
Stichting Natuur en Hi lieu en het Instituut
voor Uilieuvraagstukken van de Vrije
Universiteit te Amsterdam het boekje
"verbindingswegen voor plant en dier".
Het boekje is verkrijgbaar bij de Stichting
Natuur en Hilieu.
De schrijvers van het boekje, Dolf Logemann
en Betsy Schoorl, geven in een vrij kort
bestek (76 pagina's) een indruk van nieuwe
inzichten in de natuurbescherming. Het name
de verbindingswegen tussen leefgebieden van
18
planten en dieren (zoals de titel al zegt)
spelen daarin een rol.
Overigens vormen deze verbindingswegen zelf
ook leefgebieden voor planten en dieren.
Het boekje is gemaakt voor een breed publiek:
de amateur, de geïnteresseerde leek,
praktisch ingestelde natuurbeschermers,
boeren, ambtenaren en anderen. Allerlei
inzichten die inmiddels in de vakliteratuur
gemeengoed zijn geworden worden daarom
nogmaals, maar dan in een populaire
toonzetting voor het voetlicht gebracht.
Begrippen als ecologische, infrastructuur,
natuurbouw en natuurontwikkelingen spelen
daarbij een rol.
In het verleden is door natuurbeschermers
veel aandacht besteed aan de leefgebieden van
planten en dieren.
De kwaliteit van deze leefgebieden is
achteruit gegaan en ook de oppervlakten
worden kleiner. Restanten zijn min of meer
veiliggesteld in natuurreservaten. Aandacht
voor de relaties tussen deze gebieden is van
jongere datum.
Hen is er inmiddels achter gekomen dat de
waarde van een gebied als leefgebied voor
planten en dieren, mede bepaald wordt door de
mate van bereikbaarheid van dat gebied voor
de betrokken planten en dieren. Over het
algemeen is een grote mate van isolatie niet
bevorderlijk voor de kwaliteit van een
leefgebied: maar let op, er zijn
uitzonderingen: soms kan een bepaalde soort
juist in een gebied overleven dankzij die
isolatie! Een voorbeeld wordt gevormd door
het voorkomen van de Noordse woelmuis op
Noord-Beveland
Nadat de isolatie van dit eiland in de jaren
19