duin met rijshout en helm; plaatselijk stoof
het nog in 1955. Langzamerhand zijn de ruggen
begroeid geraakt met duindoorn- en
v1ierstruwe1en en door verdroging zijn de
uitblazingsvalleien in de Uestelijke
Verklikker nu eveneens volledig met dit type
struweel begroeid. Rond 1940 vormde zich voor
de Oostelijke Verklikker aan de zeezijde een
nieuwe duinenrij, waardoor rond 1970 een
primaire vallei kon ontstaan. Een enkele
maal, bij storm, kan deze vallei nog wel eens
inlopen. De bodem van deze vallei is bijna
ontzilt, zandig en kalkhoudend. Op het brede
strand hebben zich nieuwe
biestarwegrasduintjes gevormd, maar de
aangroei wordt belet door massale betreding
gedurende het badseizoen. De Oostelijke
Verklikker heeft naar zee toe als enige van
de duingebieden nog een natuurlijk
grondwaterregime in tegenstelling tot het
westelijk deel dat in recente tijd sterk is
verdroogd. Op enkele plaatsen in de vochtige
valleien heeft zich door een maaibeheer een
waardevolle kruidenvegetatie kunnen
ontwikkelen, echter door het uitmaaien van
een te klein gedeelte van de
uitblazingsvallei raakt dit vegetatie-type
over zijn hoogtepunt heen. Door het niet meer
stuiven van het duin ontstaan geen nieuwe
milieus meer voor duinvalleiplantenterwijl
het bestaande areaal door de sterk toenemende
hoogopgaande begroeiing rondom wordt
ingeperkt. Soorten als Bonte Paardenstaart en
llaanvaren zijn niet meer aangetroffen.
Hydrologie
De waterhuishouding in duingebieden heeft
14
grote invloed op de vegetatie; voor het
effect op de vegetatie zijn de hoogte, de
fluctuaties en de kwaliteit van het
grondwater van groot belang.In het Nederlands
duingebied is (sterke) grondwaterstandsdaling
gedurende de afgelopen eeuw meer regel dan
uitzondering geweest; dit geldt ook voor het
Schouwse duingebied. Daling van de
grondwaterstand van enkele cm tot een dm kan
in vochtige en natte duinvalleien al tot
grote veranderingen in de vegetatie leiden.
Zowel verdroging als vochtiger worden van de
bodem leidt tot een snellere vertering van
organisch materiaal en daardoor tot een
plotseling vergrote beschikbaarheid van
mineralen. Hierdoor treedt verarming van de
flora en verruiging van de vegetatie op.Een
natuurlijke grondwater fluctuatie is juist
van grote waarde; het is een van de
natuurlijke processen van het ecosysteem van
natte duinvalleien
Verandering van de kwaliteit van het
grondwater leidt meestal tot een vergrote
aanvoer van plantenvoedende mineralen, wat in
voedselarme gebieden snel leidt tot
verruiging en floristische verarming.
De grondwaterstand in het duingebied van
Schouwen heeft, vergeleken met het begin van
deze eeuw, door daling gezorgd voor
verdroging; dit geldt vooral voor het
zuidwestelijk deel, de vroongronden en het
westelijk deel van de Verklikkerduinen.
Oorzaken hiervan zijn: waterwinning, toename
van de hoeveelheid beplanting, de aanleg van
een afwateringsstelsel, pei1verlaging in
aangrenzende polders en kustafslag. Voor de
15