aanleggen van een bos, de verzorging hiervan, enzovoorts, maar bijvoorbeeld ook met natuur- en landschapsbeheer* Er bestaat zelfs een aparte afstudeerrichting hiervoor* Naast de afstudeerrichting natuur- en landschapsbeheer zijn er nog 3 andere afstudeerrichtingen, te weten Nederlands bosbouw, tropische bosbouw en de rentmeesterijIk denk zelf de afstudeerrichting Nederlandse bosbouw te kiezen* De stage bij de Koninklijke Houtvesterij sluit hier goed bij aan* De stage bij de Stichting sluit eigenlijk meer aan bij de afstudeerrichting natuuien landschapsbeheer* Echter om een wat ruimere blik te krijgen heb ik bewust voor deze stage gekozen* Dit vergroot ook de kans op het krijgen van een baan na de studie* Overigens duurt de opleiding 4 jaar* Het eerste jaar is een algemeen jaar waarin naast bosbouwvakken ook 1 andbouwvakkenzoals veeteelthouderij en akkerbouw gegeven worden* Dit jaar wordt afgesloten met een landbouwstage van 8 weken* Het tweede jaar is geheel gericht op bosbouw en op natuur- en landschapsbeheer* Er worden alleen theorielessen gegeven* Het derde jaar is een praktijkjaar* In de eerste helft van het jaar worden er allerlei praktijk-cursussen gegeven* De tweede helft van het jaar is een stage-periodeHet vierde jaar tenslotte is weer geheel theoretisch. In dat jaar houdt je je alleen bezig met je afstudeerrichting* Drinkputten Mijn stage-opdracht betrof het evalueren van het drinkputtenprojectVanaf 1985 zijn er door de Stichting drinkputten geschoond en 4 zelfs nieuw gegraven* De Stichting had echter weinig inzicht in de resultaten van deze werkzaamheden* Vandaar de opdracht om een onderzoek te doen naar deze resultaten Omdat ik nauwelijks iets wist over drinkputten ben ik begonnen met een literatuuronderzoek om erachter te komen wat drinkputten precies zijn, wat de functies ervan zijn, waarvoor ze belangrijk zijn en welke bedreigingen er zijn* liet de kennis die ik door deze literatuurstudie verkregen heb, heb ik vervolgens een inventarisatieformulier opgesteld 5 Verspreiding veedrinkputten (volgens inventarisaties in de periode 1980-1985) N B Iedere slip op de kaart stelt een put voor. De exacte ligging van de put is echter niet aangegeven, wel geelt de kaart een beeld van het voorkomen van putten in de verschillende Zeeuwse regio's

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1989 | | pagina 4