hoogst waarschijnlijk zullen het kleine watersalamanders geweest zijn* In 3 putten kwam met zekerheid de kleine watersalamander voor en in 2 putten de kamsa1amander Het water bleek over het algemeen erg zoet te zijn* Van de 76 bezochte putten bleken er 67 zoet te zijn, 8 waren er enigszins brak en 1 put was licht brak* Ue dienen echter wel rekening te houden met het moment van de monstername Vrijwel alle monsters zijn in mei genomen* Dit is dus nog vrij vroeg in het jaar. In de loop van de zomer kan het zoutgehalte nog stijgen omdat in de zomer de verdamping vanuit de put groter is dan de aanvulling door middel van regenwater* Aan de andere kant is het zo dat we een warm, maar vooral droog voorjaar gehad hebben* Hierdoor stond er op het moment van de monstername al relatief weinig water in de putten, waardoor de zoutgehaltes hoger geweest zullen zijn dan in een gemiddeld jaar* Bedreigingen Uat betreft de bedreigingen springen 2 zaken erg in het oog* Ten eerste de bedreiging tamme eenden of Tamme ganzen hebben onmiskenbaar een negatieve invloed op het leven in de put* Door hun uitwerpselen vervuilen ze het water* Er treedt een verrijking op, waardoor een enorme algengroei ontstaat. De vervuiling en verrijking 8 wordt ernstiger naarmate de concentratie ganzen hoger wordt* Zijn er maar enkele ganzen die maar af en toe een keer in de put komen, dan valt het met de vervuiling nog wel wat mee* Het beste is echter wel dat er geen enkele gang in de put komt* Een tweede bedreiging die erg in het oog springt zijn uitgezette vissen* De verwachting was dat uitgezette vissen een negatieve invloed zouden hebben op de amfibieënstand in de put, omdat vissen de eieren van deze dieren zouden opeten. Uit het onderzoek bleek echter dat in alle putten waarin vissen uitgezet waren toch amfibieën voorkwamen* Bijna alle eigenaren waren tevreden over hun put* Slechts enkelen hadden op- of aanmerkingen* Het ging dan bijvoorbeeld om zaken als te steile kant of het ontbreken van begroeiing rondom de put* Verder gaven bijna alle eigenaren van nieuw gegraven putten te kennen dat ze de put ook hadden laten graven als ze zelf nog de helft hadden moeten beta1en Tot op heden zijn alle putten nog op kosten van de Stichting gegraven* Aanbevelingen Naast het weergeven van de resultaten van en de conclusies in een rapport, heb ik in dat rapport nog enkele aanbevelingen gegeven voor de toekomst* De belangrijkste heb ik hier weergegeven: a* Het geheel of gedeeltelijk omrasteren van de putten die de functie veedrenking hebben, en proberen te voorkomen dat 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1989 | | pagina 6