DE KNOTWILG Jij knoestig, knokig uanprod.ukt dat zich in het landschap hebt gedrukt hoe is deze schanddaad je gelukt? Jij misgeboorte tot en met met puisten, zweren overdekt dacht gij dat niemand daar op let de wortels van je in de grond, die tasten daar als klauwen rond waardoor je groei van anderen schond je laat je grove logge poot nog ij del spiegelen in de sloot je moest je schamen jij malloot die bast van jou is van 'n draak begroeid met gifgroen uit zijn kaak nooit miste meer natuur haar taak je logge vormeloze kop met tal van knobbels aan de top rijst schaamteloos ten hemel op en uit dat gans misvormde lijf beur jij je takken stram en stijf je lijkt veel op een heksenwijf 0 wangedrocht van de natuur. 0 vloek die in een onzalig uur. Ons kwam beledigen met je kuur. ■X 24 en toch als men het wat anders ziet is 't toch niet alles slechts verdriet wat jij alleen te schouwen biedt als winter komt met sneeuwenjacht krijg jij een kleed van witte pracht dat heel je lelijkheid verzacht en het zachte schijnsel van de maan biedt guldenen contouren aan die hebben je steeds goed gestaan de regen die vaak bij je kwam verzilverde je ruige stam en milderde zo onze gram en wat een lieflijk schouwspel bood die glimlach van het stukje sloot- dat de hemel aan je voet ontsloot maar als je t-egen luchten rijst die stil van weemoed zijn vergrijsd en ge smekend naar de hemel wijst- dan rouwen wij om onze hoon want wilg dan spreid ge een beeld, ten toon dat staamlen doet- wat- zijt gij schoon Oudewater X

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1990 | | pagina 14