ze samen met de natuurbeschermingswachtHet
werk bestond vooral uit knotten, later kwam
er ook maaiuerk en onderhoud aan
hoogstamfruitbomen bij»
"Uat ook wel leuk is om te vertellen" begint
Jan Fransen,
"is dat we één keer per jaar naar de Hooge
Platen Cin de Uestersche1de bij Breskens)
gaan om een bescherming aan te leggen c.q. te
herstellen voor de sterns die daar hun
broedgebied hebben.
Het palenrijen, om de stroomsnelheid te
breken, en met zand gevulde sisalzakken wordt
er zo voorkomen dat eieren en jonge sterntjes
weggespoeld worden tijdens springvloed."
Haar over het algemeen wordt er gewerkt op
Zuid-Beveland
Haaien doen ze iedere zomer bij de Zwaakse
Ueel, de rietput bij het Goesse Sas, de
eilandjes in de Oosterschenge en de afritten
van de oude zeedijk bij Uolphaartsdijk
"Dat zijn vaste punten waar we steeds
terugkomen," vertelt iemand. "Jaap Uoets
regelt dat allemaal en onderhoudt de
contacten, 's Winters wordt er geknot en
gesnoeid. Dat zijn vaak éénmalige klussen;
als een boom een goede beurt heeft gehad
hoeft er de eerste drie jaar niets meer aan
te gebeurenDe adressen voor knot- en
snoeiwerk krijgen we daarom vaak door van de
SLZ
Binnen de groep is er sprake van een zekere
taakverdeling
Er zijn "echte" snoeiers, d.w.z. mensen die
een cursus gevolgd hebben in het snoeien van
hoogstammen, en opruimers, die het
fruitbomenhout afvoeren. Haar als er geknot
4
moet worden zijn het de snoeiers die het hout
versjouwen en de opruimers die de boom in
gaan. Zo komt iedereen aan bodt
Verder is er weer iemand die voor de koffie
zorgt en een persoon die Eerste Hulp Bij
Ongelukken kan verrichten, wat ook geen
overbodige luxe is, want een ongeluk zit in
een klein hoekje.
Het kan voorkomen dat er iemand uit een boom
valt of een tak op z'n hoofd krijgt als hij
net de verkeerde k^nt op stapt op de uitroep:
"van onderen", van een collega in de boom.
5