nabijheid van opgaande begroeiing, maar fourageert (zoekt voedsel) zowel in ruigten als in bloemrijke korte vegetaties. Het mannetje van het Bont Zandoogje bezet een territorium op een door de zon beschenen plaats op bomen en struiken; de eieren worden afgezet op verschillende soorten grassen. Het koevinkje laat zijn eieren op verschillende grassoorten vallen, maar fourageert vooral op Braam Op de dijken worden als nectarbronnen vooral Marjolein, Braam, Akkerdistel, Knoopkruid, Heelblaadjes en Koninginnekruid door dagvlinders bezocht. Afwisseling in het leefgebied, dijken in dit geval, is tevens een belangrijke vereiste opdat vlinders zich kunnen oriënteren in het terrein. Landschapsstructuren en vegetatiepatronen zijn onmisbaar bij de herkenning van het terrein en dus voor het vinden van partners, nectarp1 anten en waardp1 antenZo gebruiken soorten die in lage dichtheden vliegen, vaste, in het landschap herkenbare ontmoetingsplaatsen. Het mannetje van het Hooibeestje vertoont territoriaal gedrag. Hij bezet een bepaald plekje en verdedigt dat tegen indringers. Het hooibeestje oriënteert zich hierbij op de mozaïekpatronen van korte en ruige vegetaties en kale grond. Naast de diverse functies welke de verschillende vegetaties vervullen in de ecologie van veel diersoorten, biedt een opgaande vegetatie door de beschuttende werking een gunstig microklimaat. In een winderige provincie als Zeeland is dit voor veel insecten van groot belang. 24 Uaar de breedte van de dijken het toestaat zou de ontwikkeling van geleidelijke overgangen tussen lage en opgaande vegetaties gestimuleerd kunnen worden. De Stichting Landschapsverzorging zou dit jaar al kunnen beginnen met een v1indervriende1ijkerbeheer van landschapselementen. Er zou nu al een selectie gemaakt kunnen worden van een aantal terreinen en/of landschapselementen die zich door omvang, grondsoort, ligging, bestaande natuurwaarden, e.d. goed lenen voor een beheer ten gunste van dagvlinders. Het juiste beheer voor enkele soorten is dan goed uit te dokteren in overleg met de VIinderstichting in Uageningen. De ervaring, opgedaan op genoemde proefobjecten, kan op veel andere plaatsen toegepast worden. Uel zo snel mogelijk de plannen aankaarten, anders zijn de vlinders voor dit jaar al gevlogen! Marcel Rekers (nectarplant voedselplant voor de vlinder; waardplant voedselplant voor de rups) bronnen - V1indervriende1ijk openbaar groen; de V1nderstchting Uageningen 1990 - Natuurbeheer op de Zeeuwse dijken; Consulentschap NMF Zeeuwse Milieu Federatie 1987

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1991 | | pagina 14