18
Activitei t
Vleermuizen zijn uitgesproken
nachtdieren. In principe loopt het
dag—nachtritme het gehele jaar door.
Het zomerritme zorgt ervoor dat de
vleermuizen, die de wisseling van
licht naar donker niet kunnen
waarnemen, zich op tijd naar de
uitvliegopening begeven.
In de periode van jongen, juni—juli,
kan het gebeuren dat deze periode
vervroegd wordt.
Dit vermoedelijk doordat de dieren
dorst hebben en er een grotere
jachtinspanning geleverd moet worden
om hun jongen te zogen.
Het jachtterrein is a-fhankelijk van de
soort van enkele kilometers tot vele
kilometers verwijderd van hun
kraamkolonies.
Waarnemingen met de "bat—detector", een
apparaat waarmee de voor ons niet—
hoorbare vleermuisgeluiden hoorbaar
worden, hebben aangetoond dat
vleermuizen landschapselementen als
vliegroute en als "orintatie—bakens"
gebruiken.
Ze volïjen als het ware de vegetatie,
daar waar o.a. de houtwal lager wordt,
gaat de vleermuis ook lager vliegen,
□ok maken zij omwegen om open landschap
te omzeilen. -
Het is daarom van belang dat
landschapselementen worden gehandhaa-fd,
met elkaar verbonden en indien mogelijk
uitgebreid.
Laatvlieger
Vleermuizen kunnen besmet zijn met
verschillende virusinfecties. De
meeste zijn niet op de mens
overdraagbaar. In 1987 werden er
diverse besmette dieren in Nederland
gevonden. Het bleken voornamelijk de
Laatvlieger en de Meervleermuis te
zijn. Uit proeven is gebleken dat dit
rabies—virus dodelijk is voor honden
en katten en naar men mag aannemen ook
voor de mens.
Tot op heden zijn er geen meldingen
van hondsdolheid bij vleermuizen in
Zeeland. Mocht men vleermuizen
aantreffen, pak deze dan niet met de
blote handen, maar neem ter
bescherming handschoenen of iets
dergelijks!
Beschermi ng
Op 20 oktober 1973 werd het Besluit
bescherming inheemse diersoorten van
kracht.
19