mm Modern denken? tek. Jacco Walhout Maar kleinschalig boerenland,hoe aan trekkelijk ook uit landschappelijk en natuurwetenschappelijk: oogpunt, past al jaren niet meer in het moderne denken van steeds meer en steeds groter. Het is dan ook niet verwonderlijk dat op vele plaatsen de steenuil achteruit gaat. Onder andere op Walcheren gaat het zeer slecht. Van de 10 paartjes die leden van de vogelwerkgroep Walcheren in 1984 nog konden vaststellen waren er in 1989 nog slechts 2 over. De vogelwerkgroep die zich het lot van het kleinste in Nederland voorkomende uiltje zeer aantrekt hee-ft in de omgeving van Vrouwenpolder, waar de laatste paartjes zitten een tiental speciale nestkasten opgehangen, uit veldmuizen, spitsmuizen, mollen, jonge vogels, kikkers, regenwormen en grote insekten zoals kevers. steenuil: symbool van kleinschalig boerenland 4 mede omdat er in de knotwilgen ter plaatse geen -fatsoenlijke holte meer te vinden was. Eventuele "woningnood" als beperkende -faktor is daarmee in ieder geval opgeheven. Beheer Waarom nu de steenuil in "De Boom In"? Zoals al uit het voorgaande is op te maken is de steenuil zo'n beetje het symbool van het kleinschalige boerenland. De projekten waar beheerswerkgroepen zich mee bezig houden zijn vaak belangrijke elementen in het lee-fgebied van de steenuil, denk maar aan het in stand houden van knotbomen, hoogstamfruitbomen, houtwallen, ruige dijkvegetaties, bloemweiden e.d. Door het aanpakken van projekten in gebieden waar nog steenuilen huizen, kunnen wij ze daar helpen te behouden. Anderzijds kunnen beheerswerkgroepen de steenuil helpen terugkeren door in gunstige gebieden waar broedgelegenheid ontbreekt, knotwilgen aan te planten, zodat na verloop van tijd (jaren) weer natuurlijke broedholten kunnen ontstaan; tussentijds zijn nestkasten een alternatief. Doordat de steenuil al vroeg in het jaar zijn broed—territorium afbakent is het zaak de werkzaamheden in gebieden met steenuilen zeker voor

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1991 | | pagina 4