MEERDAALWOUD het grootste bos met 10 beplant met Grove den, later werd deze Over ecologische bosbouwwordt in de beheersgroep sterk ve|'5chl"e™i gedacht. Onze exkursieleider is een „arm voorstander, zijn collega s vertrouwen meer op de oude vertrouwde manier. Toch vindt er zich een verschuiving plaats, oo-^—ai- invloed van het nieuwe Bosdecre'et. Het gehalte aan uitheemse boomsoorte neemt af, hier en daar mag een oude monumentale boom blijven staan, dood hout mag vaker blijven liggen en er i de belofte dat een stuk van 50 Ha a de natuur zal worden vrijgegeven (na verwijdering van de exoten). 11 niet, dat stuit op principile bezwaren van enkele leden van de beheerscommissie. Al het beheerswerk wordt door vrijwilligers uitgevoerd. De hele landelijke organisatie hee-ft trouwens maar enkele betaalde krachten. Ligging: iets zuidelijk van Leuven. Oppervlakte: 1320 ha Beheer: Dienst Waters en Bossen. Het Meerdaalwoud is in het Vlaamse land een nog vrij natuurlijk loo-fbosassortiment. De bodem bestaat uit tertiair zand, waarop zich podsolgronden hebben ontwikkeld. Dit zijn zeer arme zandgronden, waar de mineralen diep in de bodem zijn neergeslagen. In dit bos hebben zich meerdere mooie ravijnen ingesleten door de werking van beken. Er bevinden zich hier talrijke bronnetjes. Op de rijkere stukken bodem tre-ft men: Bosanemoon, Bosgierstgras, Klaverzuring, Zachte witbol. Mannetjes— en Wijfjesvaren, Maagdepalm, Leiiet je—van—dalen en Muskuskruid. Op de armere gronden is Adelaarsvaren dominant, op de allerarmste gronden vindt men: Pijpestrootje, Struikheide en Bosbes. De boometage bestaat uit: Zomer— en Wintereik, Beuk, Es, Esdoorn, Abeel, Berk, Zoete kers, Kleinbladige linde en Haacbeuk. Een bijzonderheid is het voorkomen van de Wilde appel, waarvan we er tijdens de exkursie enkele na struiketage bestaat uit waarnamen. De struiKetay in hoofdzaak Hazelaar, maar ook ui o.a.: Vuilboom, Hulst, Mispel en ko"?dei740S'ziin grote oppervlakten hier soort steeds meer vervangen door Corsicaanse den, die een sne e groei heeft. Het beheer ie nu ^iht op groepsgewijze menging van met diverse leeftijden, met als basisboomsoorten steeds Eik en Beuk. Met groepsgewijze aanplan hoogste 40 are van een soort <b. Haagbeuk) hee-ft men hier voortreffelijke groeiresultaten bereikt. Waar mogelijf: wordt een natuurlijke verjonging nagestreef

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1991 | | pagina 7