II. Het oostelijk deel 12 Uit literatuur blijkt dat de Stijve zegge vroeger eveneens in de Groesche Duintjes heeft gestaan. De begroeiing is na 4 jaar wat stabieler geworden. Het ziet ernaar uit dat dit gedeelte ongeveer dezelfde vegetatiestructuur gaat krijgen als het westelijk deel. Wat. mogen we .i. n de toekomst verwachten? Na 4 jaar maaibeheer kunnen we vaststellen dat de soortenri_kdom is toegenomen in deze voormalige rietvelden. Het is niet duidelijk of dit aantal verder zal blijven stijgen. Sinds 1990 wordt het gebied begraasd door runderen en schapen. Het is niet duidelijk hoe een dergeli_k graasbeheer de verdere vegetatie—ontwikkeling zal beïnvloeden. Ik heb wel bemerkt dat het vee het liefst de oude zeedijk begraasd en minder de zeggemoerassen. Vooralsnog zal het maaibeheer een belangrijke beheersmaatregel blijven. Roelof Bijl 13 steeds verder uit. Een nieuwkomer in het gebied is het Puntmos, dat we veel in duinvalleien aantreffen. Gedurende 2 achtereenvolgende jaren hebben studenten van de Erasmus—universiteit uit Rotterdam hier wilgen (Grijze wilg) gerooid. Een zeer zwaar en lastig karwei omdat de wortels zich weliswaar ondiep, maar zeer ver vertakken. De stronken moeten volledig verwijderd worden, omdat de maaibalk hier anders op stukloopt. In -Feite gaat het hier om een complete kaalslag, waarbij de modderige bodem wordt omgewoeld. Het eerste jaar na het rooien zien we direct al een massale kieming van de Egelsboterbloem. Door de a-fwezigheid van concurrerende soorten gedijen het Zompvergeet—me—niet je, Watermunt, Glad walstro, Wol-Fspoot en hier en daar Penningkruid bijzonder goed. Oeverzegge breidt zich steeds verder uit, omdat het geen concurrentie van Riet ondervindt. Vrij kort daarna vestigen zich de eerste pollen Zwarte zegge, die zich steeds verder uitbreidt. In 1990 vond ik een zegge, die sterk op de Zwarte zegge leek, maar naar beneden krullende bladranden had. Het bleek de Stijve zegge te zijn, waarvan in Zeeland slechts 3 vindplaatsen bekend zijn. Gm zekerheid te krijgen, heb ik materiaal naar Chiel Jacobusse van het Zeeuwse Landschap opgestuurd, die de vondst bevestigde. SLZ—medewerker, begeleider vrijwilligerswerk Midden-Zeeland

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1991 | | pagina 8