decimeters. Veelal zijn ze ook gebonden aan zeer specifieke omstandigheden zoals een bepaalde plant of een stukje onbegroeide bodem. Het zal duidelijk zijn dat veel insekten daarom ook erg kwetsbaar zijn; een op het oog simpele en kleine ingreep kan het hele leefgebied van een soort definitief vernietigen. Kleine landschapselementen, kunnen van groot belang zijn voor insekten. Daarom is het aan te bevelen om bij het onderhoudswerk rekening te houden met insekten. Enkele jaren geleden heeft de Nederlandse Entomologische (insektenkundige) Vereniging een brochure uitgegeven met waardevolle informatie over dit onderwerp voor beheerders van natuurterreinen en landschapselementen. De volgende hoofdstukken zijn nagenoeg letterlijk uit deze brochure overgenomen. Ze handelen over de betekenis voor insekten van achtereenvolgens levende planten, dode planten en dieren, dierproducten en niet— biologische elementen. Het laatste hoofdstuk bevat concrete beheersrichtlijnen die toepasbaar zijn in de dagelijkse praktijk. 2. Levende planten V r ijs taan d e h omen Oude vrijstaande bomen en laanbomen zijn voor veel ongewervelde dieren van groot belang. Doordat het zonlicht onbelemmerd op 4 de stam kan schijnen kan zich hierop een rijke mos— en korstmos vegetatie vestigen. Deze mosvegetatie droogt bij onbewolkt weer snel en volledig uit. Juist dat is de levensvoorwaarde voor een hele fauna van zeer kleine ongewervelden (vooral beerdiertjes, veel draadwormen en raderdiert jes, enkele soorten springstaarten) die in dit biotoop te vinden zijn. Vooral als de boom minder gezond is, wordt hij bezet door schildluizen en een flink aantal houtborende insekten, vooral kevers en sommige houtwespen en hun parasieten. Ook hier speelt de zonbestraling van de stam een belangrijke ral: doordat de stam warm wordt en daarmee de inwonende insektenlarven, kunnen deze hun ontwikkelingscyclus sneller voltooien. Dat is belangrijk, want hout is een eiwit—arme voedselbron, en houtbewonende insekten doen daarom vaak jaren over hun ontwikkeling. Veel warmteminnende soorten vindt men daarom uitsluitend in vrijstaande bomen, niet in bosbomen. De gangen van in hout borende insekten zijn op hun beurt nestplaats voor een groot leger insekten, vooral vliesvleugeligen. Heggen Over het belang van houtwallen en dergelijke is al veel geschreven. Benadrukt wordt dat zelfs veel smallere en lagere elementen, als meidoorn— of haagbeukheggen en de bijbehorende zoomvegetatie, een belangrijke woonplaats bieden voor veel ongewervelden. Vooral

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1992 | | pagina 4