oude heggen, met veel 'dood hout erin zijn
waardevol- Deze heggen, die voornamelijk
als terreingrens worden gebruikt, staan nog
steeds onder zware druk door verkaveling en
de bacterievLiur—verordening-
Heggen (en houtwallen) zijn ook van
betekenis doordat ze voor de luwe plekken
in het terrein zorgen. Open, winderige
terreingedeelten zijn voor veel vliegende
insekten minder geschikt.
6
Dode bomen zijn voor de ongewervelden van
enorme betekenis.
De eeuwenlange traditie van het
verwijderen van vrijwel al het dode hout
uit onze bossen is om deze reden dan ook
1 der ingrijpendste verstoringen van dat
milieu, Maar ook in andere landschapstypen
zijn dode bomen van grote betekenis.
Een herziening van het huidige beleid van
oogst resp. afvoer van bijna al het dode
hout behoort voor de bescherming van
ongewervelde dieren en lagere planten dan
ook topprioriteit te krijgen.
Hierbij moet men bedenken dat de ene dode
boom de ander niet is. De boomsoort maakt
een groot verschil (een berk bijv» rot
anders en veel sneller dan een eik), de
boom kan nog overeind staan (al dan niet
met gebroken kruin) of neergevallen zijn
(en dan al dan niet grotendeels vrij van
de grond), de schors kan al dan niet nog
aanwezig zijn, de boom kan in de schaduw
van het bos liggen of in de volle zon enz.
Pad d estoe1 en
Paddestoelen zijn niet alleen op zichzel-f
interessant, maar vormen ook het leefmilieu
en voedsel voor veel insekten (kevers,
motten, vliegen en muggen). Dat geldt zowel
voor de houtige langlevende soorten als
elfenbankje, zadelzwam, valse tonderzwam en
dergelijke als voor de korter levende, meer
vlezige soorten, vooral boleten.
Graspol1 en
Vrijstaande graspollen, in grootte
uiteenlopend tussen die van helm en van
buntgras, vormen een microbiotoop op
zichzelf. Dieren (spinnen, insekten) die
tussen de stengels leven, vinden hier een
klimaat dat aanzienlijk gematigder is dan
het open terrein daarbuiten.
In vochtige milieu's zijn de pollen van
zeggen en pijpestrootje
overwinteringsplaats van veel insekten.
3. Dode planten en dieren
Sü o d e b o I Ti 0 n
