Wi1 Meyboom Ne11 i e WiId erom
14
WERKGROEP BOERENERVEN
15
Ook verricht hi_i een taak bij de
publiciteit, waarbij zijn vaardigheid met
de -fotocamera van pas kan komen.
Door de SLZ worden ook gegeven verzameld
over de planten en dieren die voorkomen
rondom bv. de veedrinkputten in Zeeland.
Omdat Tonnie veel verstand hee-ft van wilde
planten denkt hij daar ook wel een steentje
aan bij te kunnen dragen.
Voor het snoeien van oude hoogstam—
-fruitbomen hee-ft Tonnie wel eens een dag
"cursus" gehad. Een instructie over het
onderhoud aan jonge hoogstammen ligt in het
verschiet.
Verder hee-ft hij de bekwaamheden die voor
zijn nieuwe baan nodig zijn voornamelijk in
de praktijk geleerd, dat zal inmiddels
duidelijk zijn.
Vakanties brengt Tonnie meestal al
landschappen en planten -fotogra-ferend door.
Tonnies vriendin is biologe, dus dat komt
goed uit. In de toekomst hoopt hij een leuk
huis met een wat grotere tuin te kopen en
zou hij eens een lange reis willen maken.
Lie-fst een paar maanden naar Nepal, of
Tibet.
"Vroeger was ik alleen in de natuur van een
streek geïnteresseerd", vertelt Tonnie, "de
cultuur van een land waar ik op vakantie
was, ging volledig langp me heen. Ik kwam
thuis met enkel maar natuurfoto's, maar dat
is nu aan het veranderen. Tegenwoordig
fotografeer ik ook culturele dingen en
mensen."
Nederland heeft tot in het recente
verleden een grote verscheidenheid aan
typen boerentuinen gekend? minstens zoveel
als er boerderijen zijn. Hoewel er evenals
bij de boerderijen geen twee tuinen gelijk
waren, konden tal van streekgebonden ver
schillen worden onderscheiden.
Deze uitten zich niet alleen in de inde
ling en vormgeving van de tuin en in het
plantensortiment van sier— en moestuin,
maar ook in de situering van bedrijfs
gebouwen, bomen, hagen, boomgaard en
dergelijke op het erf. Ook de materialen
voor erfverharding, hekken, bruggen en
dergelijke verschilden.
Een interessant aspect van de boerentuinen
is het toegepaste plantensortiment.
Sommige soorten hebben al eeuwenlang een
vaste plek in de tuin voor de sier, als
snijbloem, als geneeskruid of in de
moestuin. Sommige wilde planten werden in
de tuin gecultiveerd of gedoogd? andere
kwamen via de boerentuin in de natuur
terecht. Studie van de herkomst van de
verschillende plantensoorten, de
cultuurhistorische achtergrond van het
gebruik, de huidige verspreiding e.d. kan
buitengewoon waardevolle informatie
opleveren.
Karakteristieke boerenerven en —tuinen
maakten in de afgelopen decennia in snel
tempo plaats voor moderne erven.
Veel onderdelen van het traditionele
boerenerf hebben hun functie verloren en