>|Boekbespreking
Door de werkzaamheden op 7 mei is ook in het westelijke
gedeelte van de kleiput een terreintje ontstaan waar we via
een goed maaibeheer een interessante vegetatie met orchidee
ën proberen terug te krijgen.
Opvallend is dat het oorspronkelijke profiel van het westelijk
gedeelte van de kleiput veel meer holle-bollig is dan het bijna
vlakke oostelijke deel.
In het westelijke deel liggen nog een twintigtal grote beton
platen in een lange strook van oost naar west en enkele
hopen grond met puinresten aan de noordwestkant.
Het oostelijk en westelijk gedeelte van de kleiput wordt
gescheiden door enkele hopen aardappelgrond, begroeid met
brandnetel.
In de toekomst streven we ernaar de gehele kleiput in oude
staat te herstellen en via een goed maaibeheer een orchidee
enrijk graslandje te verkrijgen.
Uitnodiging werkdag in Utrecht
De Knotgroep Achtersloot heeft ons uitgenodigd om met een
van onze vrijwilligersgroepen te komen helpen bij het terug
zetten van een moerasbos in Maarsenveen.
Middenin de Molenpolder (gebied van Staatsbosbeheer) heeft
de naturistenvereniging Zon en Leven een kleine enclave.
In dit terreintje zal komende winter een tweetal zaterdagen
gewerkt worden in november/december). Een gedeelte van
het moerasbos wordt teruggezet om de verlandingsprocessen
zoals trilveen/laagveenvorming te stimuleren.
Het afkomende hout wordt gebruikt om de sauna in het
gebied te verwarmen. Na de werkzaamheden in het gebied
bestaat de mogelijkheid om in de sauna bij te komen van de
gedane arbeid.
Welke Zeeuwse knotgroep meldt zich aan?
Rudie Geus
22
Kleine marters in de polder
De brochure "kleine marters in de polder" is een in 1994
verschenen uitgave van de Noordhollandse Zoogdierstudie
groep i.s.m. de vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdier
bescherming en de stichting Vrijwillig Natuur- en Land
schapsbeheer Noord-Holland. De tekst is van Nico Jonker en
Jaap Mulder.
"kleine marters in de polder" is een buitengewoon interessant
boekwerkje. Eerst wordt in het kort ingegaan op de vier
soorten kleine marters die in Nederland voorkomen: wezel,
hermelijn, bunzing en de verwilderde amerikaanse nerts. De
dieren en hun leefwijze worden kort en bondig voorgesteld.
Ze zijn nog overal in het land te vinden.
De kleine marters blijken te houden van dekking; ze verber
gen zich graag tussen hoge vegetatie. Ze mijden kale, open
ruimtes zoals weilanden met kort gras. Overhoekjes, dichte
oeverbegroeiingen, ongemaaide wegbermen, bosjes met rijke
ondergroei en braakliggend land zijn de belangrijkste foura-
geergebieden. Ook dorpen en stadsranden, en niet te vergeten
erven kunnen goede leefomstandigheden voor marters bieden.
23
De Boom In 1-94
De Boom In 1-94