°°0 3°-OOo Goochelen met cijfers Het reservaat was aan de westzijde omzoomd door een oude dijk en op het oude land gesitueerd. Langs de dijk stonden oude wilgen waarin de steenuil huisde. Staan op de dijk gaf een prachtig uitzicht over het reservaat. Het heggegebied bestond uit natte graslanden met daar omheen meidoornha gen. Hagen die uit natte opslag zijn ontstaan. Verspreid over het land bevonden zich plassen en poelen en in een hoek van de dijk was een -wel gelegen, ontstaan door een dijkdoor braak eeuwen geleden. Als één van de weinige gebieden is dit stukje oorspronkelijk landschap niet aan de grootschalige ruilverkaveling, die ook in deze streek flink huis gehouden heeft, ten onder gegaan. Dat dit gebied een mekka voor de vogels is, bleek wel uit de vele soorten die zich die namiddag lieten aanschouwen, tijdens de wandeling werden de volgende vogels gezien: meerkoet, smient, grutto, wulp, wintertaling, wilde eend, slobeend, bergeend, watersnip, kievit, vuurgoudhaantje, buizerd, tjif tjaf en houtduif. Wat een drukte moet het over maand in dit gebied niet zijn. En wat te denken over de kleur in het landschap wanneer de meidoorn in bloei staat! Kortom een gebied om zéker nog eens op een ander tijdstip te bezoeken. Wij bedanken K.N.N.V. Beveland nogmaals van harte en hopen hen weer gauw terug te zien in Brabant. Jos Le Gros Makkelijke vraag, moeilijk beantwoord. Van enkele gemeen ten hebben we wel wat gegevens, verzameld bijvoorbeeld voor het opstellen van landschapsbeleidsplannen. Maar daar mee weet je nog niks over voor- of achteruitgang. Toch zat er ergens in mijn achterhoofd het idee dat ik ooit eens ergens wat gegevens had gezien. Concrete getallen over achteruit gang, en het ging over West Zeeuws-Vlaanderen. De biblio theek van onze stichting bracht de oplossing. In de avifauna van Zeeuws-Vlaanderen stonden de gegevens genoemd. Tussen 1945 en 1966 werden er volgens Enkelaar, zo'n 16.000 bomen in West Zeeuws-Vlaanderen gerooid. Dat is concreet; nu kunnen we gaan goochelen. We schatten het aantal bo men dat in deze regio nu nog aanwezig is op zo'n 10.000. Wat er verdwenen is tussen 1966 en 1994 stellen we voor zichtig op een kleine 15.000. Bij elkaar genomen zouden er dan zo'n 30.000 knotwilgen verdwenen zijn. Oorspronkelijk denken we dus dat er in de eerste helft van deze eeuw in totaal 40.000 knotwilgen in West Zeeuws-Vlaanderen ston den. Dat is 4x zoveel als nu. a i.i 9 3'OOo 13 De Boom In 1-94 Werkgroepen die ook zin hebben om een uitwisseling op poten te zetten kunnen eens contact opnemen met SLZ. Mogdijk kunnen wij hierbij bemiddelen. Lees ook het artikel op bladzijde 20 over Knotgroep Acbtersloot! De Boom In 1-94 Bij het LONL is men bezig een nieuw boekje te schrijven over de knotwilg. Isabella van den Hurk, die het boekje samenstelt, belde ons op met de vraag of wij nog wat gegevens hadden. Met name of wij konden aangeven of er tegenwoordig minder knotwilgen in onze streek voorkomen dan vroeger en of wij enig idee hadden hoeveel er in de loop der jaren verdwenen zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1994 | | pagina 8