Landrotten In de kuststreek trof men nogal eens oude zeeweringpalen aan, al dan niet gejut, meestal van Eikehout; deze hadden na gedane arbeid aan de kust, nog een lang leven als "landrot". Op dergelijke palen ontwikkelen zich dikwijls interessante korstmossen. Korstmossen treft men ook aan op betonnen palen, een andere mogelijk van afrastering: vooral na de oorlog werden de als "oorlogstuig" achtergebleven versperringspalen hier voor dankbaar gebruikt, evenals de stalen prikkeldraadver- sperringspalen (een T-profiel met aan de ene kant een 5-tal punten, en aan de andere kant een vierkante plaat als voet, het geheel zwaar verzinkt). Van deze "palen" zijn er 50 jaar na dato nog vele te vinden, en worden ze uiteindelijk opgeruimd, dan kunnen ze een 3e leven gaan leiden als verharding of staalprodukt! Op het eerste gezicht zou je tot de telsom kunnen komen, dat dit een milieuvriendelijke manier van afrastering is, nl. van beton of staal, maar je moet dan wel het hele produk- tieproces en transport naar de plaats van verwerking hierin meenemen, en dan zou de balans wel eens naar de verkeerde kant uit kunnen slaan: voor beton zijn o.a. nodig cement, waartoe o.a. de St. Pietersberg afgegraven wordt, en grint, waarbij oude stroomgeulen van rivieren in recreatiepiassen veranderd worden. Ook stalen palen hebben een lange voor geschiedenis, van het winnen van ijzererts, transport, smel ten, vormen, bewerken en tenslotte verzinken. Neen, dan toch maar liever die autochtone palen, die maar kort meegaan. 4 Tamme Kastanje Die korte levensduur is, evenals de grote milieubezwaren van geteerde palen, toch wel een probleem, en daarom is er o.a. door onze stichting gezocht naar goede vervangers. Dit heeft ertoe geleid, dat er momenteel een groot aantal is op de palenmarkt van diverse houtsoorten, die, onbehandeld, duurzaam zijn: Acacia (eigenlijk Robinia), Europees Eiken en Tamme Kastanje. Onze keus is op de Tamme Kastanje gevallen, omdat deze houtsoort gunstig in prijs is, leverbaar op korte termijn, en wat ook heel belangrijk is: het hout wordt in Engeland of Frankrijk geoogst d.m.v. hakhoutbeheer, d.w.z. om de 8 a 10 jaar worden de "struiken" afgezet, waarna deze weer uitlo pen: op deze wijze wordt er geen roofbouw gepleegd. Europees Eiken en Tamme Kastanje ontlenen hun duurzaam heid aan een inhoudsstof, TANINE geheten. Of de kastanjepalen inderdaad zo duurzaam zijn, moet voor alsnog blijken; vorig jaar november zijn in elk geval de eerste paar honderd boompalen (250 cm x 8 cm diam.) toegepast bij de aanplant van knotwilgen op 2 dijken op Noord-Beveland. Het ging hierbij om bewortelde bomen, die een steuntje nodig hadden op de winderige dijken. Bij Breskens is dit voorjaar met weipalen een meidoornhaag uitgerasterd. Van Europees Eiken (Japans of Amerikaans eiken zijn niet duurzaam vanwege het ontbreken van tanine) is in elk geval wel bewezen, dat het duurzaam is, getuige het gebruik bij zeeweringen en later als rasterpalen, maar vooralsnog liggen de prijzen nog aan de te hoge kant. Een milieuvoordeel van Eiken is wel, dat de aanvoerwegen kort (kunnen) zijn. 5 De Boom In 2-94 De Boom In 2-94

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1994 | | pagina 4