Verslag excursie VLP NMZ 's Ochtends om half tien verzamelden wij ons voor de deu ren van het MEC in Vlissingen, waar op dat moment de tentoonstelling 'Het Zeeuwse Zeekleilandschap' stond opge steld. De tentoonstellingspanelen gaven informatie over de verschillende landschapstypen die in Zeeland voorkomen. In woord en beeld wordt uitleg gegeven over het ontstaan van verschillende types polder, welen en kreken, inlagen en karrevelden, wegen en dorpen. Wie alles uitvoerig wilde bestuderen, was wel een tijdje zoet met die tentoonstelling. Er werd voor ons koffie gezet door de medewerksters van het MEC en iedereen kreeg de brochure 'Het Zeeuwse Zee kleilandschap' (geschreven door A.J. Beenhakker, uitgave van de Provincie Zeeland). Verder was er in de tentoonstellings ruimte een expositie te bekijken van een aquarelliste die Zeeuwse landschappen als onderwerp had. Ook de nestkastjes die in diverse vertrekken van het MEC te vinden waren, trokken onze belangstelling; voor welke vogels is die ook al weer, hoe en waarom? Anderen gingen toen de zogenaamde milieu-educatieve tuin bewonderen; maar dat bleek slechts een smoes te zijn om even te kunnen roken. In de tuin viel verder eigenlijk weinig te beleven. Om een uur of twaalf consumeerden we onze meegebrachte boterhammen in het zonnetje op de stoep van het MEC en gingen vervolgens naar Goes, voor een fietsexcursie onder leiding van Ad Beenhakker, de schrijver van het boekje wat 8 we 's ochtends kregen. Dit was het leukste deel van de dag, lekker fietsen door een mooi stukje van Zuid-Beveland en geregeld een stop bij een weel, een dorp of een dijk, omdat onze gids daar allerlei interessante wetenswaardigheden over weet te vertellen. De tocht voerde langs 's Heer Hendrikskinderen, Wisseker- ke, het Schenge, 's Heer Arendskerke, Baarsdorp, Heinkens- zand, De Brilletjesdijk, Nisse, Sinoutskerke en eindigde in het Poelbos, in totaal zo'n 32 kilometer. Van het langzaam fietsen en telkens stoppen wordt je best moe, maar de tocht was beslist de moeite waard. We fietsten over kronkelige wegen die aangelegd waren op plekken waar vroeger een kreek liep. Wie er oog voor heeft kan dit zien aan de hoogteverschillen in het landschap. Vroeger waren dit belangrijke verbindingswegen, nu zijn het slechts binnenweg getjes meer. We kwamen langs grenslindes, waarvan de betekenis onze gids ook niet duidelijk is, hoewel hij wel de verschillende theorieën die daar over bestaan toe kon lichten. We fietsten door gehuchtjes zoals Baarsdorp en Sinoutskerke, waar een kerkhof of alleen maar een muurtje ons wees op de kerk die er eens heeft gestaan. Ook maakten we een stop bij Brilletjes, drie kleine welen vlak bij elkaar tussen Ovezande en Nisse. Voor de vrijwilligers van de VLP was dit bekend terrein, want hier worden regelmatig wilgen geknot. De welen zijn ontstaan door minstens vier dijkdoorbraken; dit was één van de zwakke plekken in de bedijking. Omstreeks vijf uur waren we weer bij het station in Goes, waar we de gehuurde fietsen weer inleverden. We kunnen terugzien op een gezellige, sportieve en leerzame dag! Nettie Wilderom 9 De Boom In 2-94 Ongeveer 10 mensen van de Vrijwillige Landschapsortderhoud Ploeg Noorden Midden Zeeland (VLP NMZ) trokken in augustus een dagje uit om zich te verdiepen in de ontstaansgeschiedenis van het Zeeuwse Landschap. Het is immers leuk om iets meer te weten over je werkterrein. Om de dingen die je om je heen ziet, heter te kunnen verklaren. Deze excursie lichtte een tipje van de sluier op. De Boom In 2-94

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1994 | | pagina 6