Knoopkruid (Centauréa jacéa)
Een voor mij inmiddels vertrouwde plant uit de composietenfa
milie; op de meest dijkhellingen die door onze ploeg (VLP Noord
en Midden Zeeland) beheerd worden komt Knoopkruid voor.
Voor mij reden wat meer te willen weten.
Kenmerken
Samen met het vroeger gevreesde Akkerkruid, Korenbloem (wie
kent ze nog?) en de Grote centaurie hoort Knoopkruid tot het
geslacht Centaurie. Bijzonder is dat de plant nogal eens van uiter
lijk verschilt, bijvoorbeeld met of zonder stralende bloemen (zie
tekening). Ook de hoogte varieert, 30-120 cm.
Knoopkruid is een overblijvende plant, die roodpaars bloeit van
juni-september. Bij de stengelbasis ontstaan uitlopers die een rozet
vormen waaruit nieuwe bloeistengels voortkomen.
De jonge planten staan in een kring rond de oude plant.
Standplaats
Knoopkruid is niet kieskeurig, groeit op alle grondsoorten, maar
verdwijnt bij zware bemesting en groeit zelden op uitgesproken
schrale grond. De voorkeur gaat echter uit naar vochtige tot iets
droge, schrale tot matig voedselrijke omstandigheden. En dat zijn
nu net karakteristieken van de dijken die wij maaien. Knoopkruid
kan zich daar handhaven en uitbreiden terwijl de plant verdwijnt
op planten waar intensief begraasd, geklepeld of bemest wordt.
Fauna
De bloemen zijn nectarbron voor dagvlinders, hommels en bijen.
Tal van andere insekten brengen hun larve of rupsstadium op of in
wortel, stengelblad en bloem. De vraag is in hoeverre we ons
beheer willen aanpassen door pleksgewijs planten te sparen zodat
12
deze weinig tot de verbeelding sprekende vretertjes hun cyclus
kunnen voltooien. Na onze vlindervriendelijke bijstelling van het
maaibeheer lokt hier een verdere verfijning van ons maaiwerk.
Peter v.d. Vliet
13
De Boom In 3-94
Dit is het eerste artikel van een serie die Peter van der Vliet zal schrijven over allerlei
verschillende planten die je hij het beheerswerk zoal tegen kan komen.
De Boom In 3-94
Knoopkruid met en zonder stralende bloemen