Na wat geroep kwam iemand van de andere kant van het water
over een vlonder naar ons toe lopen. Het was Gerrit Vink, onze
contactpersoon van de knotgroep "Achtersloot", met wie we
afgesproken hadden.
Hij vertelde dat ze net koffie aan het drinken waren en dat het
daarom zo stil was. Hij heette ons hartelijk welkom en vertelde iets
over het 11 ha. grote terrein, waarna we hem via een vlonder over
het water volgden naar het gebied waar gewerkt werd. Je kon er zo
doorheen trappen. Ook liet hij gagel zien en ruiken. Dit is een
beschermde plant waar etherische olie uit gemaakt kan worden.
Ook de dijk was er naar genoemd.
Via een klein paadje over een dichtgegroeid petgat, dat met enkele
stammetjes was verstevigd, kwamen we bij de andere mensen van
de knotgroep "Achtersloot". De groep was met 12 man aan het
werk en na een korte kennismaking sloten we ons bij hen aan.
Petgaten
Gravingen bestaat uit broekbos (moerasbos), plassen, riet en gras
landjes met een open karakter en maakt deel uit van de Molenpol
der, waar vroeger veen werd afgegraven. Bij de vervening zijn
kanalen gegraven en plassen ontstaan, de zogenaamde petgaten.
Deze petgaten groeiden telkens weer dicht en werden dan opnieuw
uitgebaggerd. De bagger van waterplanten werd uitgespreid op de
legakkers om te drogen tot turf. De turf werd met platbodemsche
pen afgevoerd naar Utrecht en Amsterdam, vanwaar de schepen
met huisvuil weer terugkeerden.
VN
De Molenpolder ligt laag en onder het veen is een zandbodem.
Daaronder zit een grote zoetwaterbei die in de afgelopen eeuwen
gevuld is door water, dat van de Utrechtse heuvelrug ondergronds
naar dit gebied is doorgestroomd. Dit is zeer schoon en voedselarm
water vol met mineralen. Dit is een belangrijke voorwaarde voor
de rijke plantengroei en de vervening van het gebied.
De fauna is gevarieerd door de vele soorten voedsel, zoals planten
en vis voor visdief en ijsvogel; gras op de graslandjes voor de reeën
en talrijke insekten voor de vogelsoorten, zoals staartmezen, goud
vinken en de boomvalk. Ook komt de ringslang voor, die niet
giftig is en 's zomers zijn er wel 40 soorten libellen.
Maar ook de flora laat zich niet onbetuigd: de oevers zijn rijk aan
plantensoorten als pluimzegge, wateraardbei, glidkruid en gele
dotterbloem.
In het water komen gele plomp, waterlelie, blaasjeskruid en slange
wortel voor.
Oorverdovende herrie
Om het open karakter te handhaven wordt het broekbos regelma
tig gehakt en worden de dichtgroeiende petgaten opengelegd. Dat
gebeurt gedeeltelijk door ingrepen met de mensenhand. De knot
groep "Achtersloot" is zo'n "mensenhand".
Zij maaien regelmatig en verwijderen de opslag van bomen. Ook
het grote werk wordt echter niet geschuwd en dat maakten wij die
zaterdag mee. Een stuk broekbos moest worden kaal gekapt en de
enorme elzen en berken vielen met dreunend geweld op de grond.
Omdat er gebruik werd gemaakt van kettingzagen was de herrie af
en toe oorverdovend en was de stilte weldadig als ze even werden
uitgeschakeld.
We hadden wel even moeite met het vinden van onze draai. Ze
waren met vijf kettingzagen aan het werk om de bomen te vellen
en in stukken te zagen. De anderen waren voor ons ogenschijnlijk
onoverzichtelijk bezig om met de stammen van 47 cm. (die pasten
namelijk precies in de kachel van de sauna volgens Gerrit) hier en
daar een stapel hout te maken. De ene stapel was netjes, de andere
23
De Boom In 1-95
De Boom In 1-95