was één grote hoop. Uiteindelijk zou al het hout ook moeten worden afgevoerd. Dat zou gebeuren door de leden van de vereni ging MZon en Leven" zelf met behulp van kruiwagens en houten pramen. Deze pramen lagen nog onder water, zodat het hout van de boten niet kon uitdrogen. Al snel besloten we de rest van ons gereedschap ook maar te halen en wat kleinere bomen met onze jiri- en beugelzagen te lijf te gaan. Het verplaatsen van hout vonden we in het begin niet direct leuk. Omdat we de herrie van de kettingzagen wat wilden mijden kwa men we al snel naast ons werkterrein, dus gingen we na een waar schuwing een stukje terug. Na een uurtje gingen we koffie drinken. De middagpauze werd doorgebracht in het houten dagverblijf van "Zon en Leven". Het was er lekker warm omdat er een houtkachel brandde en de zon door de ramen scheen. We hadden er een schitterend uitzicht over het water van de petgaten, de bomen en het riet van de legakkers. Er was eigengemaakte groentesoep, koffie, thee en vooral (zelf meegebracht) brood. Tijdens de gezellige lunch werden over en weer door ons erva ringen uitgewisseld met de leden van de knotgroep "Achtersloot" en bespreken we het programma voor de middag. Weer aan het werk gebeurde er nog bijna een ongelukje doordat één van ons in zijn enthousiasme om de stammetjes die nog tussen de takken lagen op de hoop te gooien en in een worp twee leden van de bevriende werkgroep raakte. Gelukkig kwam het niet tot een oorlogsverklaring en was er zo te zien niemand beschadigd. Ons lid schrok er wel even van, omdat hij zelf ook al eens een hele boom op zijn schouder en nek had gekregen. Intussen waren er nog andere mensen van de knotgroep en van "Zon en Leven" bijgekomen om te helpen en werd er met een viertal kruiwagens ook hout weggekruid naar een laadplaats voor de praam, een stukje verderop. Er werd die dag ruim 20 m2 hout gekapt en verzaagd. 24 Excursie Om half 3 stopten we voor een excursie over het terrein van Gerrit Vink die landschapsbeheerder van beroep is. Men had intussen voor de excursie een platbodemschuit of praam leeggehoosd die gebruiksgereed werd gemaakt met een paar bankjes om op te zitten. Terwijl wij met z'n allen voorzichtig aan boord gingen en één van ons maar gelijk begon met het hozen van het door gaten in de bodem binnenstromende water, vertelde Gerrit over de natuur in het gebied. We staken van wal en kwamen midden op een petgat te liggen. We vingen de volle wind en terwijl onze gids vertelde over visdiefjes, ijsvogels, karekieten en rietzangers, de ringslang en allerlei plantensoorten, gleed hij af en toe gevaarlijk uit op de gladde en natte schuine punt van de boot. 's Zomers komen er, behalve libellen, ook veel muggen voor. Hij liet zien hoe de waterplanten vanaf de kant in de richting van het water groeiden waardoor een soort drijvende oevers ontstaan, totdat het petgat en de sloten dichtgroeien en door de mensen weer opengedregd of gezaagd werden met een zoddezaag. Na een korte tocht bracht hij ons weer veilig met de praam bij de steiger van het dagverblijf en voorzichtig stapten we allemaal uit. Vanaf hier maakten we nog een wandeling door het gebied, waarbij we o.a. de broedplaatsen van de in Nederland zeldzame ringslangen te zien kregen. 25 De Boom In 1-95 De Boom In 1-95

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1995 | | pagina 14