f ?Mm Wezel (Mustela nivalis) MÊSttiS» 1ÉS?„ Meestal zie je ze de weg overschieten, de barrière nemend die hun leefgebied doorsnijdt. Was het een wezel of een hermelijn? Kleine marters worden ze wel genoemd: bunzing, wezel en herme lijn. De wezel is de kleinste van de drie en heeft twee bruine keelvlekken; een langere staart met zwart puntje verraadt de herme lijn. Beiden hebben een lichtbruine rug en witte buik. In de winter is het verschil duidelijker; bijna alle hermelijnen zijn dan wit, met zwarte staartpunt. Dit geldt ook voor de wezel in noordelijker streken, maar in ons land blijven ze bruin. biotoop Wezels leven in bossen, cultuurland, grienden, moerassen en dui nen. Voldoende muizen en de wezel is van de partij. Voor dekking en beschutting is de aanwezigheid van ruigten, struwelen, hagen of hoge vegetatie essentieel. Wezels mijden dichte bossen en zeer natte gebieden. 20 voedsel Woelmuizen, veldmuis en aardmuis worden bejaagd door de wezel. Met zijn langgerekte lichaamsvorm stroopt hij muizengangen af op zoek naar prooi; twee muizen per dag is voldoende.. leefwijze Wezels verdedigen een territorium; dat van het mannetje is twee maal zo groot als dat van het vrouwtje, dat kleinere prooien vangt en ook kleiner is. Onder de kleine marters is de prooiverdeling mooi geregeld. Vrouwtjes verzorgen de jongen; de mannetjes beperken zich tot de bevruchting en zwerven in het voorjaar rond op zoek naar vrouw tjes en verjagen zwakkere soortgenoten. In de herfst zoeken ze weer een leefgebied. Wezels zijn dag en nacht actief. Wezels leven gemiddeld kort, ongeveer 1 jaar, wat komt door sterfte onder jonge dieren (65 procent van eerstejaars, 95 procent van tweedejaars). Een populatie bestaat dus in meerderheid uit jonge dieren, die 1 seizoen deelnemen aan de voortplanting. Dood door predatie (bejaging door natuurlijke vijanden) speelt een kleine rol; havik, bosuil en vos pakken een enkele keer een wezel of hermelijn. De wezel mag niet (meer) bejaagd worden. Landschapsbeheer Het resultaat van (vrijwilligers)werk in natuur en landschap is vaak zichtbaar als het gaat om planten en (knot)bomen. De dieren die de vruchten plukken van dit werk laten zich niet te vaak zien. Voor een aantal soorten echter is ons werk een belangrijke bijdrage tot behoud en uitbreiding van de gebiedjes waar ze htm levensvoor waarden vinden. Een waardevolle aanvulling hierbij is de aanleg van houtrillen; namens de wezels: bedankt! Peter v.d. Vliet 21 De Boom In 2-95 De Boom In 2-95

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1995 | | pagina 12