Overzicht resultaten paddentrek Gewone Pad 858 (exclusief 34 doodgereden padden) Rugstreeppad 10 Bruine Kikker 14 Groene Kikker 4 Op de plattegrond is de trekbeweging weergegeven van de Gewone Pad. Wat opvalt is dat het aantal dieren wat naar de vijver toetrekt (446) maar iets hoger is dan het aantal wat van het vijvergebied wegtrekt (412). Ook in de Noord-Zuid/Oost-West verhouding zit weinig verschil: 443 tegen 425. Absolute 'top-emmer' was nummer 14 aan de duinkant met 137 gevangen padden die naar de vijver wilden. Het aantal gevangen/overgezette Gewone Padden is wat lager dat vorig jaar (1187) en wat hoger dat 2 jaar geleden (506). Van de Gewone Pad is het bekend dat het aantal dieren op trek per jaar erg kan wisselen. Dit is ook bij de overzetaktie aan de Oesterdam waargenomen. Het aantal doodgereden dieren is ongeveer gelijk aan vorig jaar (was 40). Dat de mannetjes vasthoudend zijn illustreert het volgen de voorbeeld: op een morgen trof ik een amplex (-koppel) aan op de weg. Hoewel het vrouwtje doodgereden was wilde het mannetje van geen loslaten weten. Na enige tijd geprobeerd te hebben om ze te 'ontkoppelen' heb ik beide maar in de vijver gezet in de hoop dat het mannetje eens zal loslaten. 10 Het voortplantingsseizoen van de Rugstreeppad duurt van half april tot in augustus; dus wat later dan bij de Gewone Pad. Ze zijn zeer warmteminnend en komen in Zeeland vooral in het duingebied voor. Deze relatief kleine pad is een echte pionier en kan grote afstanden afleggen naar nieuwe, kale poelen. In het najaar graven ze zich in de bodem in om te overwinteren. Het aantal van tien gevangen exemplaren is hoger dan in vorige jaren. De Bruine Kikker is een wat lastige soort voor de beginnende 'overzetter'. De grondkleur is zoals de naam al zegt bruin. Er komen echter vele kleurscharkeringen voor. Naast geel-groene dieren komen er roodbruine en zelfs bruinzwarte dieren voor. Een vergissing met een echte Groene Kikker is dan ook snel gemaakt. Een belangrijk verschil is de bruine vlek achter het oog bij de Bruine Kikker. De soort plant zich zeer vroeg in het jaar voort (half maart/april) en de eiklompen bevatten ongeveer 2000 eieren. De overwintering vindt zowel in het water als op vochtige plaatsen op het land plaats. Pas na twee jaar zijn de dieren geslachtsrijp. Er zijn dit jaar wat minder kikkers overgezet dan vorig jaar, maar met zulke eiproducties hoeven wij ons niet zoveel zorgen te maken over het voortbestaan van de soort. 11 De Boom In 3-93 Gewone pad De Boom In 3-95 Bruine kikker

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1996 | | pagina 7