Verder is het zo dat bacterievuur er onder de bast, op het cambium
gevlamd uitziet, terwijl bij kanker er een eenvormige geleidelijke
verkleuring plaatsvindt. Je kunt dat controleren door met een
scherp mesje in zo'n twijgje te snijden. Het mes moet dan wel
steeds goed ontsmet worden. Een probleem is dat de beide ziekten
door elkaar aanwezig kunnen zijn. Kanker komt in jonge struiken
echter nagenoeg niet voor. Hoe ouder de struiken hoe meer kan
ker. Daarentegen komt bacterievuur in oude meidoorns relatief
weinig voor. Heel veel van de oudere meidoorns, die boomvormig
zijn, zijn flink verkankerd. Ook bij kanker neemt de vitaliteit van
de bomen af. Het afstervingsproces gaat echter veel langzamer,
waardoor kanker lang niet zo'n bedreiging is. Het is dus onzinnig
om ook alle kankers uit de meidoorns te willen halen. Alleen al
door de enorme tijd die dat zou kosten en de ecologische verar
ming van de hagen die dan zou optreden.
Bladvalziekte
Wordt veroorzaakt door Diplocarpon maculatum. Het is vooral
een voorjaarsziekte, die veel optreedt bij vochtig weer. Symptomen
zijn eerst kleine bruine vlekken op het blad, later verkleurt het
gehele blad, nog later valt dit af. Zodra de zomer even heel warm
en droog is verdwijnt het ziektebeeld heel snel. Dus geen reden om
je zorgen te maken. Een duidelijk verschil met bacterievuur is dat
bij bacterievuur altijd groepjes met bladeren aangetast zijn, onder
ling verbonden met een verkleurende twijg. Bij bladvalziekte zijn
altijd slechts individueel verspreide blaadjes aangetast.
Meidoornrozetgalmug
Dit zijn veel voorkomende rozetjes van bladeren aan het eind van
de twijgjes en wordt veroorzaakt door de galmug Dasineura cratae-
gi. De blaadjes zwellen wat op, krijgen een wat vervormd uiterlijk
en beginnen later ook donkerbruin te verkleuren. Op zich is zo'n
typisch verschijnsel natuurlijk niet te verwarren met bacterievuur.
Het is echter wel zo dat deze gallen makkelijke invalspoorten voor
de bacteriën zijn. Soms wordt een groot deel van de gallen geïnfec
teerd en in veel gevallen slaat de ziekte dan verder de twijg in. Nu
heeft het geen zin om dan maar preventief alle nog groene en niet
geïnfecteerde gallen te verwijderen. Dat kan beter gebeuren als
blijkt dat de bacterievuur daadwerkelijk via de gal de tak is binnen
gedrongen.
Bastaardsatijnvlinder
In sommige jaren zijn de rupsen van deze vlinder (Euproctis
chrysorrhoea) algemeen in de meidoorns. Ze kunnen dan flink
huishouden in de struiken. Ze leven in grote groepen in zelf
gesponnen nesten, die zich tussen de bladeren bevinden. Oude
nesten kunnen oppervlakkig gezien op bacterievuur lijken omdat
de groepjes bladeren die ingesponnen waren ook bruin verkleurd
zijn. Meestal zie je echter nog wel oude spinselresten, al moet je
soms goed kijken.
Andere aantastingen op de meidoorns
In de loop der jaren hebben we nog een aantal aantastingen gevon
den. Zoals Meeldauw, Ringelrups, Vruchtboombladwesp, Appel-
spinselmot, diverse gallen en diverse zwammen. Geen van deze kan
echter verward worden met bacterievuur.
Chemische bespuitingen
In de haag, of meestal aan de rand daarvan groeien vaak een aantal
soorten ruigtekruiden, zoals brandnetel, distels, bramen etc. De
betreffende landbouwers bestrijden deze planten vaak met chemi
sche middelen. Meestal wordt dat op een tamelijk grove manier
gedaan zodat het gif ook op de meidoorns terecht komt. Van een
grote afstand zie je dan een bruine strook onderlangs de haag, tot
7
De Boom In 1-96
CRATAEGUS -C.monogyna
De Boom In 1-96