ongeveer anderhalf meter hoog. De verschijnselen op de meidoorns lijken daarbij erg op de vaantjes van het bacterievuur. Het wordt daardoor ondoenlijk om in deze strook nog bacterievuur te vinden. Hier zitten we met een probleem. Het beste is dan om deze strook niet mee te nemen om dan zo'n week of twee later nog eens te kijken. Dan blijkt wel waar er zich bacterievuur heeft ontwikkeld. Je moet dan uiteraard wel forser ingrijpen. Tips bij de bestrijding Meidoorns zijn stekelige struiken, een goede bescherming van de huid is dus van belang. Vooral de handschoenen moeten van stevige kwaliteit zijn. Wanneer er met de motorzaag gewerkt moet worden is het soms erg verleidelijk om met het warme weer dan maar even niét het veiligheidspak aan te trekken. Je kimt geen dommere fout maken, je eigen veiligheid gaat voor alles! Die delen die aangetast zijn moeten worden afgezaagd of geknipt. Daarbij is het van belang om tenminste 50 cm. extra aan gezond hout weg te nemen, omdat de bacteriën al verder in de tak zijn doorgedrongen dan dat je van buitenaf kunt zien. Dat deze afstand van 50 cm. niet steeds aangehouden wordt is nog steeds de meest voorkomende fout die wordt gemaakt. De aantasting blijft dan gewoon zitten. De aangetaste delen zijn erg besmettelijk. Ga daar niet over een grote afstand mee slepen, je laat dan een spoor van besmetting achter. Als je een tak met moeite uit een struik kunt trekken kan je hem beter laten zitten (wel afzagen natuurlijk) zodat je de zieke delen niet tegen de nog gezonde schuurt. Bij de volgen de ronde kan de tak er dan eventueel alsnog uitgehaald worden omdat dan de besmettingskans toch weg is. De bacteriën zijn namelijk bij warm weer in een afgezaagde tak binnen 24 uur wel dood, bij vochtig weer binnen enkele dagen. Kleine stapels takken kunnen bijna altijd in de haag verwerkt worden. Grote stapels worden door een loonwerker afgevoerd. In de hagen is nog een groot aantal oude Meidoorns aanwezig. Deze bomen kunnen wel over de 100 jaar oud zijn en een dikke stam hebben. Voordat je de zaag zet in zo'n respectabele gigant moet je wel erg zeker zijn van je beslissing. Na ieder perceel moeten de gereedschappen worden ontsmet met spiritus. 8 Rampjaar 1995 De mate waarin het bacterievuur aanwezig was laat zich goed afmeten aan het aantal m3 dat de loonwerker jaarlijks moest afvoeren. Een aantal jaren schommelde deze hoeveelheid zo rond de 100 a 120 m3 (goed aangestampt, met de atlas). In 1995 steeg dit explosief tot boven de 200! Als reden werd o.a. de late voorjaarsha gelbuien genoemd, die beschadigingen aan bladeren en twijgen toebrachten. De bacteriën kregen zo als het ware vrij spel. Maar ook de lange hete zomer, die vooral in het begin ook nog redelijk vochtig was. Het zijn voor de bacteriën uitstekende omstandighe den. Met zo'n extreme zomer en zoveel bacterievuur zijn er veel plaatsen waar de nieuwe aangroei van meidoorns de uitval bij lange na niet kan compenseren. Dit ondanks alle inzet van geld en mens kracht voor nieuwe aanplant en bacterievuurbestrijding. Laten we daarom hopen dat 1995 geen nieuwe trend wordt maar meer een uitzondering is geweest. Gemengde aanplant Tot slot nog een opmerking over het belang van een gemengde aanplant. Het blijkt dat een monocultuurhaag van meidoorn veel kwetsbaarder is dan een gemengde haag. Dat komt omdat de trefkans op besmetting in een ongemengde haag veel hoger is terwijl daar de uitbreiding van de besmetting ook sneller gaat. In een ongemengde haag vallen bij een grote aantasting flinke gaten. Terwijl een gemengde haag, ook als er wat meidoorns uit moeten, nog redelijk als haag kan blijven functioneren. Daarbij is de ecologi sche waarde van gemengde hagen uiteraard een stuk hoger. Laten we hopen dat we het bacterievuur in de toekomst goed onder controle kunnen houden. De hagen met hun uitzonderlijke landschappelijke en ecologische waarde verdienen een behoud in ons Zeeuwse land. Lucien Calle 9 De Boom In 1-96 De Boom In 1-96

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1996 | | pagina 6