,n Cursus streekeigen erven in de Zak van Zuid-Beveland Plantenkwekers die zich toeleggen op inheemse en stinzenplanten ontdekken vaak in oude boerentuinen de planten die ze allang verloren waanden. De boerentuin in Nederland is niet alleen al eeuwen een plek geweest waar sterke planten verzorgd worden en generaties lang in ere bleven, diezelfde boerentuin was per regio en provincie en grondstreek en sector ook gevarieerd en geheel verschillend. Dé boerentuin in Nederland bestaat niet. Een boerentuintje op de arme zandgronden van een gemengd bedrijfje verschilde hemelsbreed van de prachtig aangelegde en vaak ontworpen tuinen rond een groot akkerbouwbedrijf in het Groningse Oldambt of het Hooge Land. Ze hadden wel samen gemeen dat het boerenerf, hoe verschillend ook, diende als leefruimte, als leefgemeenschap voor de hele boe renfamilie. Want ieder heeft zijn taak op het erf en in de tuin op de boerderij. Werkgroep Boerenerven Om die boerenerven en -tuinen onder de aandacht te brengen, om wat er nog is te inventariseren, vast te leggen op foto's en platte gronden, om die erven voor een deel te behouden en te propageren dat elementen uit die historische erven toepassing vinden in eigen tijdse boerentuinen, is sinds enige jaren de landelijke werkgroep boerenerven aktief. (Sinds kort onder de koepel van een stichting werkzaam). Zeeland heeft daarbij de eerste jaren niet veel aandacht gekregen. Sinds schrijver dezes echter weer in het Zeeuwse is beland, tracht hij daar verandering in te brengen. 16 door Wvnant Halfwerk Afgelopen maart heeft de SLZ een cursus 'streekeigen erven in de Zak van Zuid-Beveland' georganiseerd. Na slechts drie artikeltjes in respec tievelijk de PZC, de Bevelander en het Nieuwsblad voor de Bevelan- denstond de telefoon op het kantoor een paar dagen roodgloeiend vanwege de maar liefst 77 aanmeldingen. Blijkbaar leeft het onderwerp onder de mensen. Voorlopig hebben we de publiciteit rond de cursus maar even gestaakt, want we kunnen nu nog vier cursussen vullen, twee in november en twee begin volgend jaar. Het uiterlijk van het Zeeuwse landschap wordt bepaald door veel verschillende elementen, waarvan het boerenerf er een is. Het uiterlijk van dat erf, en zeker dat van een erf met een typisch streekeigen karakter, leert ons veel over de cultuurhistorie. Daar naast leveren veel erven een belangrijke bijdrage aan de natuurwaar den in de polder. Helaas zijn door modernisering in de landbouw en, in sommige gevallen, door verandering van een economische functie van een boerenbedrijf in louter een woonfunctie, veel karakteristieke elementen van het erf verdwenen. We kunnen dan denken aan heggen, huisboomgaardjes met hoogstamfruitbomen, drinkputten, huisweides, leibomen, bakketen en knotbomen. Ze verloren hun functie voor het boerenbedrijf en zijn in de loop der tijd 'opge ruimd'. De Boom In 2-97 Schematische ten aantal boerentuintjes Vtjflteermlan- denende De Boom In 2-97

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1997 | | pagina 10