Een stuk algemener, maar veel minder bekend (en daardoor minder
geliefd?) zijn de vleermuizen. Het kan een spouwmuur zijn, achter
een blinde voor het raam, onder een scheefliggende dakpan, of zelfs
achter de mendeur als die constant open staat, ze hebben maar
weinig nodig om een slaapplekje (voor overdag) te vinden.
Beplanting
Maar wat voor die zwaluwen en die Kerkuil geldt, geldt ook voor
de vleermuizen. Er moet meer te vinden zijn op het erf. Ze hebben
ook nog wat te eten nodig. Wat dat betreft is het bijvoorbeeld
jammer dat je tegenwoordig bijna nergens meer de ouderwetse
mestbocht aantreft (milieuvergunning!). Hier krioelde het van de
vliegen en andere insekten, waar die zwaluwen en vleermuizen wel
raad mee wisten. Maar goed, een afwisselende beplanting rondom
het erf kan veel goed maken. Zelfs een eenvoudige groensingel of
windsingel biedt voor veel vogels een plekje. Tuinfluiter, Spotvogel,
Zwartkop, Fitis en Tjiftjaf heb je dan al gauw. In de siertuin, met
wat verspreid staande bomen tref je de Grauwe vliegenvanger aan.
Met een speciale nestkast, half-open, kun je deze soort ook probe
ren te lokken.
Helemaal mooi wordt het als er ook nog wat oude, historische
elementen te vinden zijn. De ouderwetse boerentuin bijvoorbeeld
heeft altijd wel iets in bloei staan wat vlinders aantrekt. En een
klein boomgaardje met oude hoogstammen is een eldorado voor
Grote lijster, Ringmus en Pimpelmees. Een rij mooi uitgegroeide
knotwilgen aan de rand van zo'n boomgaard kan een plaatsje
bieden voor de Steenuil.
Om nog even terug te komen op de zwaluwen, voor de nestbouw
hebben ze wel wat modder nodig. Een veedrinkput, ook wel een
poel of pit genoemd, kan daarin natuurlijk ruim voorzien. Onder
gunstige omstandigheden kan er in zo'n poel een fantastisch mooi
watermilieu ontstaan met bijvoorbeeld fraaie waterplanten zoals
waterranonkels. Natuurlijk hoort daar ook een pad bij of wat
Bruine kikkers. Soms wat Kleine watersalamanders, en heel soms
zelfs een Kamsalamander.
8
Een goed erf
Zoveel natuur op een boerenerf dat we bijna zouden vergeten dat
er ook nog gewerkt moet kunnen worden. En dat is juist een van
de uitdagingen van de actie 'Maak je erfgoed Laten zien dat een
boerenerf zodanig kan worden ingericht dat het in de eerste plaats
een praktische en aangename plek blijft om te werken. Waar de
boer bijvoorbeeld goed uit de voeten kan met de grote moderne
machines. Dat bomen niet zodanig worden ingeplant dat ze op
latere leeftijd precies in de weg staan of overlast bezorgen. Maar dat
als uitgangspunt nemend, blijkt in de praktijk vaak nog wel wat te
doen voor natuur en landschap. In plaats van een rij coniferen
langs de loods, kan ook struweel ingeplant worden van inheemse
soorten met wat besdragers als Vogelkers, Sleedoorn of Hondsroos.
De veedrinkput wordt waardevoller zogauw we voor elkaar krijgen
dat de ganzen er niet meer in komen ploeteren, en zo zijn er nog
wel meer dingen te bedenken.
9
De Boom In 2-97
De Boom In 2-97