beschadigenidem wat betreft de flieren en de waeterschooten, want daar was je moeder nogal trots op. Ook was het zaak goed te letten op geluiden binnen de regenbak. Daar woonde Jan Haakeen zeer boos aardig wezen dat het vooral op kleine kinders had voorzien. Als die te dicht bij de put, wel, of bak kwamen waarin hij woonde, greep hij ze met een ijzeren haak en vrat ze op. Afijn, in geval van nood, bij reële bedreiging van heer Haak, kon je vanaf de regenbak een spurtje wagen over het grind- en schelpenpad dat naar de schuur liep, onder de kamperfoelie door, en wegduiken onder de pierekaponia (pieris japoni- ca)". Zo'n beschrijving van een jeugdherinnering van een vijftig jaar geleden op een boerderij in het Zeeuwse Zuid-Beveland, bevat een aantal woorden en begrippen die nu niet of nauwelijks meer voorkomen. De taeltuun en andere woorden voor opberg- en boenplaatsen van emmers en gereedschappen zijn verdwenen uit de woordenschat van de landbouw, en bijgezet in het agrarisch mu seum. Regenbakken worden (bijna) niet meer gebruikt, en Jan Haak is naar het rijk der fabelen vertrokken. Bleekvelden zijn niet meer nodig in het land der volautomatische wassers en drogers. Mossels en aardappelen worden panklaar aange voerd. Bakkruudjes (primula's), broekomstulen (duizend-schoon), knoffeltjes (anjers), flieren (muurbloemen), waeterschooten (vlijtig liesje) worden gewoon aangeschaft in het plaatselijke of regionale tuincentrum. 12 Het boerenerf dat vroeger op zaterdag werd opgeruimd en aange harkt, heeft plaats gemaakt voor handige betonplaten die dienen als stortplaats voor de bieten en aardappelen. De boerentuin van vroe ger met z'n schat aan kruiden, groente en bloemen heeft plaats gemaakt voor een lapje siertuin en een lapje moestuin, zich in niets onderscheidend - behalve dan in de wat grotere afmetingen - van de burgertuinen in dorp of buitenwijk. Nog niet alles is verloren Gelukkig is het voorgaande iets te gechargeerd gesteld. D'r zijn in ons land zo'n 100.000 land- en tuinbouwbedrijven die actief gerund worden. Daarnaast zijn er nog enkele duizenden ex-boeren en - boerinnen die hun grond verkocht hebben maar zijn blijven wonen op de boerderij met erf. Soms houden ze voor hun plezier nog wat jongvee aan. Soms hebben ze een andere bestemming voor een schuur, soms wordt die verhuurd. Ook als de boerderij verkocht is aan "burgers" die zich vestigen in gebouwen en erf, is er gelukkig niet altijd sprake van volledige "verbouwing". Alles bijeengenomen zijn er in Nederland nog vele honderden erven te vinden waar ondanks aanzienlijke veranderingen en aanpassingen elementen zijn terug te vinden van oorspronkelijke boerentuinen. Soms zelfs tref je boerenerven aan die vrijwel ongewijzigd van generatie op genera tie intact zijn gebleven. Da's een wondertje op zich. "De laatste 50 jaar is er in de land bouw, qua produktie, qua arbeid, qua mechanisatie etc. meer gewijzigd dan in de 400 jaar daarvoor". Die stelling, gebaseerd op harde cijfers, is de laatste tijd vele malen naar voren gebracht door allerlei beleidsmakers en/of politici in ons land en in de Europese arena. Die conclusie wordt ook voortreffelijk geïllustreerd in het onlangs verschenen boek van Geert Mak: "Hoe God verdween uit Jorwerd". De stille revolutie ten plattelande tussen '45 en '95 was radicaler dan wie ook vermoedde. Toen de mechanisatie inzette, toen de machines kwamen, kwam ook een proces op gang op het platteland waardoor binnen een halve eeuw een ander platteland ontstond, een nieuwe leefwijze werd geïntroduceerd. 13 De Boom In 2-97 De Boom In 2-97

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1997 | | pagina 8