Nogmaals: de houtril door Peter Maas medewerker SLZ Al eerder hebben we aandacht gevraagd voor de houtril. Zoals bekend is het een mooi systeem om snoeiafval dat vrijkomt, bijvoorbeeld bij het knotten, op een milieuvriendelijke manier te verwerken. Niks verbranden, niks versnipperen en zo weinig mogelijk verslepen. Maar wel alles opgeruimd en nog op zo'n manier dat de natuur er wat aan heeft. Een winterkoning of roodborstje kan de takkenstapel zeker waarderen en wat dacht je van de egel die diep onderin de stapel hout een winterverblijf heeft gemaakt. Niets dan lof dus over de houtril! Toch is een kleine kanttekening op zijn plaats. Niet iedereen namelijk kan het waarderen dat er hout blijft liggen. Dat is niet proper zégt men dan, dat moet worden opgeruimd natuurlijk. Het netheidssyndroom is nog alom aanwezig in onze polders. Niet overal dus kun je of mag je een houtril maken; dat is dan jammer. Maar, op de plaatsen waar het dan wel mag, zul je extra je best moeten doen om er iets moois van te maken! Een mooie houtril Iran een waar visitekaartje zijn. Kijk eens hoe mooi die ril is aange legd! Een in de haast slordig aangelegde ril, waar weinig aandacht besteed is aan de afwerking, zal al gauw een reactie oproepen van "wat een rotzooi laten die mannen toch weer liggen"! En dat kunnen we dus niet gebruiken, want de volgende keer als je op dat adres komt, of bij z'n buurman, kun je het dus wel vergeten. Vandaar, hier het recept voor een netjes aangelegde houtril. bovenaanz icht Een strakke houtril zij-aanzicht Locatie Allereerst moet de locatie zorgvuldig worden uitgezocht. Niet overal is een houtril uit landschappelijke overwegingen gewenst. Let daar dus even op. Ook uit oogpunt van natuur'is het zinvol om het hout ergens achteraf in een overhoekje weg te leggen. Er heerst daar meer rust. Daarnaast kan een houtril gebruikt worden als afscheiding. Een omgrenzing van het erf bijvoorbeeld, of tussen twee stukken weiland. Aan de slag Heb je eenmaal een goede lokatie gevonden, dan kun je aan de slag. In de praktijk blijkt dat nog wel eens mis te lopen. Er wordt met veel geweld geknot; de takken vliegen je om de oren en op de grond ontstaan een onoverzichtelijke chaos. Het opruimen moet echter gelijke tred houden met het knotten. Dus zodra er iemand de boom inkruipt moeten er al zeker twee mensen aan de slag met de houtril. Paaltjes Essentieel voor een goed aangelegde houtril is het aantal paaltjes dat je daarvoor gebruikt. Hoe meer paaltjes, des strakker kan de ril worden. Het wordt dan voor de omstanders duidelijk dat hier een bedoeling achter zit en dat het niet zomaar van een eindje is neergegooid. De paaltjes die je nodig hebt kunnen gewoon uit het wilgenhout gezaagd worden. Het dikste uiteinde moet ongeveer een doorsnede hebben van 6 cm. En dan de lengte. Naar mijn idee is een smalle, maar redelijk hoge ril mooier om te zien dan een brede maar erg lage houtril. Uiteindelijk kan de stapel ongeveer één meter hoog worden, dus de stokken die je gebruikt moeten een lengte hebben van zo'n 1,40 meter. Die sla je in twee rijen naast elkaar. Tussen de twee rijen een breedte aanhouden (liever smal...) van 50 cm. En dan, waar het vooral op aan komt, het aantal stokken dat je gebruikt. Op iedere meter zouden er in de rij zeker 3 paaltjes moeten staan. Dus niet om de meter of zo, want dan zakt het hout er gewoon vantussen. Om dit proces goed te laten verlopen moetje zorgen datje al een flink eind paaltjes hebt gezet voordat de grote hoeveelheid takken worden afgezaagd. Je kunt dan meteen op een goede manier opruimen en er ontstaat een strakke houtril, waar zelfs de meest propere mens onder ons nog van gaat zeggen: "Ja, toch wel mooi zo'n houtril"! En dan zijn we er... 19 De Boom In 3-97 De Boom In 3-97

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1997 | | pagina 11