De Boom In 3-98 Dwarsstraat 3, Graauw In een hoek van de mestput wordt dikwijls ook wat puin of snoei/houtafval gegooid. Ook daaronder kunnen veel dieren een goede schuil- en overwinteringsplek vinden. Vanwege de rijkdom aan voedingstoffen vormt een mestput een ideale groeiplaats voor diverse ruigtekruiden. Als je die laat staan biedt ook dat weer veel mogelijkheden voor verschillende dieren. Rijkbloeiende planten zoals de bereklauw trekken veel bloembezoekende insecten zoals zweefvliegen. Brandnetels zijn belangrijke voedselplanten voor de rupsen van veel soorten vlinders. Als die planten in de winter mogen blijven staan, kunnen in de dode stengels nog insecten en hun larven overwinteren en wanneer er nog zaad aan zit kunnen zaadetende vogels als putter en ringmus er van profiteren. Milieu-eisen Heel veel boeren in Zeeland zijn overgeschakeld op volledige akkerbouw en houden geen vee meer. 16 De Boom In 3-98 Een aantal boeren is overgeschakeld op intensieve veehouderij waarbij alleen gier of vaste kippenmest vrijkomt. Die wordt in dichte mestsilo's of gierkelders opgeslagen. In beide gevallen is de oude mestput vaak verdwenen. Agrariërs die nog wel enkele koeien/paarden/schapen houden en met vaste mest stalmest) werken worden steeds meer geconfronteerd met strenge milieu-eisen. In de Algemene maatregel van bestuur voor Akkerbouwbedrijven incl. veeteelt) is opgenomen dat de mest alleen mag worden opgeslagen op een vloeistofdichte vloer met opstaande randen en een aparte voorziening voor opslag van vloeistof gier). Voor veel boeren was dit vaak een te kostbare investering en werd besloten geen vee meer te houden. Dit betekende niet alleen het verdwijnen van de mestvaalt, maar ook van de weilanden met de laatste landschapselementen zoals een drinkput, hoogstamfruitbomen, meidoornhaag en knotwilgen. Dit alles maakte plaats voor een kaarsrechte akker. Particulieren die hobbymatig enkele stuks vee houden en geen landbouwbedrijf runnen, vallen niet onder bovengenoemde maatregel en mogen hun mest zonder regels opslaan echter zonder overlast aan derden te veroorzaken). Steeds meer particulieren met enkele paarden of schapen nemen de oude mestput weer in gebruik waarbij ook de oude omheining weer wordt hersteld. De mesthoeveelheden zijn vaak gering waardoor de milieuoverlast beperkt blijft, maar de natuurwaarde op het erf toch flink toeneemt. 17 Stalvlieg

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1998 | | pagina 10