De Boom In 3-98
Maatregelen per campingbiotoop
Voor ieder onderdeel van het bedrijf zijn maatregelen ten behoeve van de
natuur te bedenken. Bij onderdelen van het bedrijf kun je denken aan een
hoogstamboomgaardje, grasland, poelen, waterlopen, oevers, overhoeken,
randen langs bijvoorbeeld singels, borders, gebouwen, etc. Een belangrijk
onderdeel, dat op alle bedrijven voorkomt en waaraan meestal wel enige eer
te behalen valt, is de houtige beplanting: houtsingels, houtwallen, heggen en
soms zelfs bosjes.
Hoe kun je de houtige beplanting vanuit het oogpunt van de natuur zo
aantrekkelijk mogelijk maken? Hieronder enige suggesties.
Maak singels, houtwallen en heggen zo breed en gevarieerd mogelijk
Hoe breder het element en hoe meer soorten struiken en bomen, des te groter de vlucht-,
schuil-, voedsel- en overwinteringsmogelijkheden voor veel dieren. Een breed element heeft
doorgaans ook een interessantere ondergroei.
Gebruik voor dieren aantrekkelijke struiken en bomen
Zorg waar mogelijk voor een zoom langs de beplanting
Beheer van de ondergroei
Dood hout en blad laten liggen
24
Plant alleenstaande bomen of laanbomen
Probeer de beplanting aan te passen aan de omgeving
Maatregelen gericht op specifieke bewoners
Naast dat je je kunt richten op een onderdeel van het bedrijf, kun je je ook
richten op een specifieke diersoort of soortgroep, zoals vleermuizen, kleine
marterachtigen, uilen, zwaluwen, amfibieën of dagvlinders. Voor vlinders
kun je op een kampeerbedrijf bijvoorbeeld het volgende doen:
Zorgen voor een soortenrijke, rijkbloeiende en structuurrijke
begroeiing
Kies zoveel mogelijk voor nectar- en stuifmeelrijke en/of besdragende bomen en struiken. De
eerste groep is gunstig voor veel insecten, zoals vlinders, bijen, hommels en zweefvliegen, de
tweede groep voor bes-etende vogels. Gebruik ook bomen die op termijn holten opleveren
(bomen die oudlcunnen worden of knotbomen). Sommige vogels bouwen hierin hun nesten en
veel vleermuizen hebben er hun zomerdagverblijf in.
Een zoom is een kruidenrijke overgangszone tussen een bosje of singel en bijvoorbeeld een
grasland. Zo'n zoom is te verkrijgen door de strook langs de beplanting op een bepaalde
manier te maaien. Een zoom geeft een bosje of singel met een ijle ondergroei toch een
gesloten karakter en voorkomt datje er dwars doorheen kunt kijken.
Na aanplant wordt het onkruid bij voorkeur onderdrukt door schoffelen. Overheersing door
probleemonkruiden kan worden voorkomen door deze de eerste jaren regelmatig te maaien
voor ze tot bloei komen, waarna het maaisel wordt afgevoerd. Onkruid-onderdrukking door
inzaai van bepaalde kruiden is een andere mogelijkheid. Er kunnen ook bodembedekkers
worden aangeplant, zoals speenkruid, paarse dovenetel, vingerhoedskruid, longkruid e.d.,
maar het is leuker en natuurlijker om bodembedekkers die zich van nature vestigen af te
wachten.
Door het hanteren van een ruime plantafstand en - indien nodig - regelmatig afzetten en/of
dunnen, kan worden voorkomen dat de ondergroei verdwijnt naar mate het bosje of de singel
ouder wordt en minder licht op de bodem kan doordringen.
Afgevallen hout en bladeren dragen voor een groot deel bij aan een rijk dierenleven, maar ook
aan veel paddestoelen en kruiden. Dood hout aan levende bomen en struiken is ook
waardevol. Als dit voor de boom of struik geen kwaad kan en verder geen lelijk zicht
oplevert, kan men dit dode hout gewoon laten zitten. Ook - deels - dode bomen zijn zeer
De Boom In 3-98
°nSaa" gemakltelUk hol,en waarin v08e's tonnen nestelen en vleemtuieen
Maak houtrillen of takkenhopen
Van snoeihout afkomstig uit bosjes of singels kunnen vrij eenvoudig schuil-, nest- en voedsel-
CSS ZS+ZE? Pta6 de - «tonhopen bij voorte.tr in of
Tijdstip van onderhoud
Onderhoud in de winter, of nog liever het vroege voorjaar, levert de minste verstoring van
dieren op Niet in één wmter het hele terrein doen, maar elke winter een stukje. Hierdoor
AlThl 7 VTter T T het terrein ongestoord en geschikt als leefgebied voor dieren
mt dnrfPerf "k u °u d0de bomen te kaPPen'doe dit dan alleen van begin augustus'
tot eind september. Het broedseizoen is dan voorbij en vleermuizen zijn dan het minst
kwetsbaar. Indien mogelijk niet kappen, maar allen de takken eraf zagen.
Kies daarbij voor bomen die voedsel bieden aan vogels en insecten (bessen en bloei) en olant
bij voorkeur inheemse soorten aan. P m
Vlinders hebben begroeiingen met veel structuur nodig, onder andere om zich te kunnen
onënteren Stojctuur biedt luwte en afwisselend zonnige en beschaduwde plekjes. Rupsen en
v^chjl2^ JT SE?i ekÜ v°edse,P,anten nod,'g- Begroeiing met veel structuur en
verschillende soorten (bloeiende) kruiden kunnen verkregen worden door gericht beheer van
overhoeken, randen langs singels, bosjes en grasland, delen of indien mogelijk, hele
graslanden, droge sloten, en ondergroei.
Zorg voor voldoende bosjes, singels, heggen e.d.
Deze elementen zorgen voor, de voor vlinders zo belangrijke, beschutting tegen wind en kou
rich tt órialtóST ee" b'jdnlge m de slIuctuurvariatie die door vlindets benut wordt om'
Geef brandnetels op sommige plekken een kans
'S ee" beIa"^ke Voedse'P,ant voor de mPsen van veel vlindersoorten. Laat ze
op plaatsen waar ze geen hinder veroorzaken gewoon staan.
Zorg voorgoede schuil- en overwinteringsplékken
Maai niet alle begroeiing in een keer, maar laat een deel in de winter staan - ook in tuin en
bloemperken. Hienn kunnen vlinders en poppen overwinteren. Zorg, met het oog op dit doel
ook voor een njke strooisellaag in bosjes, singels en heggen. Ruim dus geen blad, takken en
25