De Boom In 3-98 Bij sommige boerderijen bestaat de bodem van de mestput uit bielzen of in een enkel geval zelfs uit kinderkopjes. Door deze dichte bodem kon de gier uit de mest vaak niet of nauwelijks in de bodem lopen. De gier liep vaak via een klein slootje naar het overige oppervlaktewater, waar in gevallen van een grote mestput, duidelijk sprake was van eutrofiëring Om de mestput heen was dikwijls een omheining aanwezig. Vaak bestaat deze omheining uit zwart geteerde planken op bielzen palen. Deze houten omheining werd na de oorlog in enkele gevallen vervangen door betonpalen met daartussen betonplaten en rode ijzeren buizen. Bij de mestput lag meestal een drinkbak voor het vee dat op vaste tijden op de mestput gelucht werd. Houten goot met "puzze" (een smeervaatje van het bovendeksel ontdaan en waarbij in het boomgat (boezehat) een lange lat gestoken was). De drinkbak werd vaak gevuld vanuit een nabijgelegen drinkput of welput, waarbij op sommige boerderijen een ingenieus systeem werd ontwikkeld: een houten goot met een puzze (zie afbeelding). Na de oogst van het graan werd de mest op de wagens geladen en over het land uitgereden. Natuur 14 De Boom In 3-98 Mestputten met verse en oude stalmest vormen vaak een schakel in de diverse biotopen op het boerenerf. De mestputten zijn vaak bijzonder rijk aan wormen, insecten en insectenlarven. Zij leven van de in de grove stalmest nog aanwezige voedingsstoffen en zorgen voor een verdere afbraak van de mest. Bekend zijn bijvoorbeeld de "rattestaarten" larven van een zweefvliegsoort de "blinde bij") die te herkennen zijn aan hun lange, sprietige staart. Zij leven vooral in de dunnere mest; de gier. In de winter zie je vaak damp van de mestput opstijgen. De temperatuur in de mest kan hoog oplopen en ook daar profiteren al die kleine beestjes van; het behoed ze voor bevriezing. Al die vliegen die boven zo'n mestput zwermen en de wonnen en larven die erin krioelen, zijn een "tafeltje dek je'Voor de vogels die op het erf broeden. Vliegenvangende zwaluwen scheren af en aan boven de mest. De grauwe vliegenvanger maakt voortdurend korte vangvluchten, waarbij hij steeds weer op dezelfde biels van de mestputheining terugkeert. Kwikstaartjes en merels spitten in de mest op zoek naar wormen en rattestaarten. Maar niet alleen vogels, ook andere insecteneters, profiteren van deze gedekte tafel. Denk maar aan egels, spitsmuizen, kikkers, padden, salamanders en natuurlijk ook vleermuizen. Soms overwinteren ook amfibieën tussen het stro van de mest. Van de mest met strootjes bouwen boerenzwaluwen hun komvormige nestjes in de schuur. Vaak is er een mestput ook wel een modderig plekje te vinden waartuit de huiszwaluw klei kan halen, als bouwmateriaal voor zijn nest onder de overstek van de schuur of het woonhuis. 15 Stichting Landschapsbeheer Zeeland

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1998 | | pagina 9