Akker- en weidevogelbescherming door Marianne Lündahl, coördinator project weidevogelbescherming Omdat 1998 hei laatste projectjaar was voor het Project Weidevogelbescherming, een korte terugblik op deze periode (zie ook kader). Maar ook omdat we in 1999 en de navolgende jaren in Zeeland dit succesvolle project willen voortzetten. We zijn nog maar net begonnen! Voorjaar 1998 Het voorjaar van 1998 kenmerkte zich door gemiddeld hogere tempe raturen en gemiddeld meer neerslag dan normaal. Vooral in de eerste helft van maart en vrijwel de gehele maand april, viel de meeste neerslag. Door de hogere temperaturen in com binatie met de hevige regenval kwam de grasgroei goed op gang. Hierdoor werd op het een aantal plaatsen lastig om nesten op te sporen. Door de natte omstandigheden konden boeren bijna nergens het land op om te werken. Maar ook diverse nesten op bouwland "verdronken" en/of regen den vast en een eerste broedpoging van een kolonie kluten ging geheel verloren door een fikse hagelbui in de eerste week van juni. Veel vogels hebben vervolglegsels gemaakt, waardoor het broedseizoen doorliep tot in juli. Omvang In alle regio's is het aantal deelnemende vrijwilligers en bedrij ven toegenomen ten opzichte van 1997. Totaal zijn er in 1998 77 vrijwilligers en 106 bedrijven betrokken geweest op een kleine 3000 ha. Het streven was om 100 vrijwilligers actief te krijgen op ca 2500 ha. Maar het blijkt dat 77 vrijwilligers dit ruimschoots halen! In 1998 hebben voor het eerst enkele bedrijven op Tholen actief mee gewerkt aan de bescherming. Hierdoor zijn er in heel Zeeland boeren en vrijwilligers betrokken bij het project. Bescherming en resultaten In totaal zijn 693 nesten opgespoord. Hiervan bleek bijna 40% bescher ming nodig te hebben. De meeste nesten zijn weer beschermd op bouwland, waarbij ruim 12% twee keer of meerdere keren beschermd moesten worden. Opmerkelijk is de vondst van een nest van een strandplevier op een Project Vrijwillige Weidevogelbescherming Het Project Vrijwillige Weidevogelbescherming is in 1994 landelijk gestart met een looptijd van vier jaar. Initiator was het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV). Het project wordt gefinancierd door het Ministerie van LNV, de Europese Unie en de gezamenlijke provincies. De uitvoering van het project ligt bij de provinciale stichtingen Landschapsbeheer. Het project moet een bijdrage leveren aan het broedsucces van weidevogels in Nederland. Dit gebeurt onder andere door het vormen van hechte netwerken van boeren en vrijwilligers. Het Ministerie van LNV moet haar definitieve goedkeuring nog verlenen over de doorgang van het project na 1998. We vertrouwen erop dat dit op zeer korte termijn plaatsvindt. Vooruitlopend daarop, zal in Zeeland het opbouwen van het netwerk van boeren en vrijwilligers onverminderd worden voortgezet. Hierbij zal de verzelfstandiging van de vrijwilligersgroepen een belangrijke plaats innemen. Tegelijkertijd zal meer aandacht worden besteed aan individuele begelei ding/ondersteuning van boeren, zodat zij desgewenst ook zelf aan de slag kunnen. Hieronder valt ook de advisering van agrarische natuurverenigingen. Er zal ruime aandacht zijn (blijven) voor bescherming van nesten op bouwland. Tot slot zal een verbreding van het takenpakket van de vrijwilligers zoveel mogelijk worden bevorderd. Vrijwilligers(-groepen) markeren nesten van weidevogels op gangbaar boerenland voordat de werkzaamheden beginnen. Dit betreft zowel gras- als bouwland. Voor boeren en loonwerkers is het hierdoor eenvoudiger nesten te ontzien tijdens hun werkzaamheden op het land: slepen, mest injecteren, maaien, eggen, zaaien, frezen, etc. Verder wordt aan boeren en loonwerkers voorlichting gegeven over weidevogelbescherming zodat ze zien wat zij zelf kunnen doen. Het project is bedoeld voor de landbouwgebieden in gangbaar gebruik en vormt dus een aanvulling op het weidevogelbeheer in beheersgebieden en reservaatsgebieden. braakliggend stuk land (weliswaar nabij de zeedijk) dat met succes is uitgekomen. En dan natuurlijk de succesvolle actie van een groep vrijwilligers in de Bevelanden: zij kregen het voor elkaar in overleg met de aanpalende eigenaren en het waterschap, een sloot die volledig gedolven moest worden, slechts voor de helft te del ven, zodat er een slikkig gedeelte achterbleef als foerageergebied voor kluten die op een aangrenzende akker broedden. Oproep Onze beschermingsactiviteiten willen we in Zeeland voortzetten en uitbrei den. Wij zoeken daarom nog steeds nieuwe enthousiaste vrijwilligers en De boom in 1-1999 T,,r- - --r1 t -20- De boom in 1-1999 -21-

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1999 | | pagina 12