Belevenissen van het nestkastenteam De boom in 4-1999 T* Door Lucien Calle, medewerker van SLZ en vrijwilliger van de Steitkluut Met toestemming overgenomen uit 'De Steitkluut': het relaas van een dagje nestkas ten ophangen voor de kerkuil in het oosten van Zeeuws-Vlaanderen. Zoals altijd staat Walter Berendsen, vrijwilliger bij het Landschapsbeheer, klaar als ik hem 's ochtends even na achten thuis ophaal. Vandaag gaan we weer nestkasten voor uilen op hangen. Van onze kerkuilen-coördinator, Mare Buise, hebben we een prachtige, nieuwe adressenlijst gekregen. De Kraaghoeve, aan de Otheense kreek is het eerste adres. Daar moet in de oude, hoge schuur een kerkuilenkast, ergens op een balk in de nok, worden geplaatst. Een aluminium ladder voert tot op grote hoogte. Daar bovenin zo'n schuur is het altijd donker, warm en onbeschrijflijk stoffig! Na flink wat gesjouw en getimmer hangt de kast muurvast en zijn we, zo'n 20 minuten later, weer op weg naar het volgende adres. Dat is bij de familie Broek, een nieu we Brabantse koeienboer, aan de Westdijk bij Ossenisse. We worden er vriendelijk ontvangen. Aan de tal rijke verse braakballen te zien zitten hier kerkuilen. In overleg met de boer vinden we een ideale plek, opnieuw hoog in de nok van een donkere schuur. Wanneer de eerste hamerslagen door de schuur galmen, kijken we ineens recht in de ogen van twee verbaasde uilen, die verschrikt vanuit donkere hoekjes tevoorschijn krui pen. Sjonge, wat een prachtig mo ment! De uilen lijken geïrriteerd door het brute geweld en ze verplaatsen zich -14- wat naar achteren in het balkenwerk van de schuur. Vorig jaar was er hier een broedgeval, maar twee jonge uilen werden uit het nest gezet. Was er voedseltekort? De twee hebben het helaas niet overleefd. Kerktoren Verder gaat het richting Hengstdijk. Daar moet in de kerktoren ook weer zo'n kast worden geplaatst. Maar voor we aan de klim beginnen moe ten we eerst even een bak koffie drin ken, bij Pol Mahu, een vrijwilliger die voor de kerk allerlei klusjes doet. De kast moet in de toren bij de kerk klok, net achter de galmgaten. Om overlast van de duiven te voorkomen zijn de galmgaten met gaas afge spannen. We moeten dus een gat in dat gaas knippen, precies passend op de ingang van de kast. Via een De boom in 4-1999 spagaat en balancerend op het bal kenwerk bereiken we de gewenste plaats. We vragen ons maar even niet af, of deze werkwijze nu wel he lemaal arbo-wet veilig is. Naast ons hangt die enorme bel van de klok. We beseffen dat die om half twaalf zal gaan luiden en zijn toch bevreesd voor de hoeveelheid deci bels die dat zal geven. Walter vindt het geen probleem om voor de zeker heid even wat oorbeschermers te gaan halen. Net voor half twaalf en vele tientallen traptredes later, ver schijnt het bezwete hoofd van Walter weer door het houten luikje. Voor iemand op leeftijd heeft hij toch nog een goede conditie. Juist op het moment dat hij met een triomfantelijke glimlach de oorbe schermers wil aangeven, klinkt dan plotseling die enorme dreun van de klok! Blijkt dat ellendige ding net een minuutje voor te lopen Vorkheftruck Direct na de middag halen we Oscar van Dorsselaer op. Oscar is ook een vrijwilliger bij de kerkuilenwerkgroep en hij heeft veel contacten met boe ren in het land van Hulst. Bij Mortier Vlas te St. Jansteen kun nen in de verschillende schuren twee kasten worden geplaatst. Op een werkhoogte van 12 meter zijn alleen stalen spanten, dus timmeren is er niet bij. Met ijzerdraad wordt er een hangconstructie gemaakt. In de ene schuur kunnen we via het "huizen hoog" opgestapeld vlas in de nok komen. Onder die golfplaten is de temperatuur zelfs wel rond de 40 gra den, zo schatten we. Enorm zweten dus. Ook hier vinden we talrijke braakballen. In de andere schuur ligt geen vlas. Hoe nu deze hoogte bereiken? Dat blijkt geen probleem. De vlasser haalt een vorkheftruck tevoorschijn, inclu sief een werkbakje, waar we in kun nen staan. Even later worden we mechanisch omhoog geduwd. Toch wel een beetje eng, de vorkheftruck verdwijnt haast uit het zicht, zo hoog lijkt het. En het balkje wiebelt flink, maar volgens Walter, die verstand van zulke zaken heeft, was het toch veilig. De volgende schuur is een prachtige oude, haast vervallen exemplaar op de Louisa-hoeve. Daar hangt al een kast, maar die zit letterlijk tot aan de nok toe vol met braakballen. Hoeveel generaties kerkuilen zouden hier in de loop der jaren zijn opgegroeid? Die oude kast leegmaken en repare ren zou te veel tijd gaan kosten. We besluiten de kast gewoon te laten hangen en er een nieuwe naast te plaatsen. Weer verder gaat de tocht, langs oude- en nieuwe boerenschu ren. Hoog trapezewerk en het plaatsen van nieuwe kasten wordt afgewisseld met eenvoudige reparaties van al bestaande kasten. Overal worden we vriendelijk ontvangen. Je kunt mer ken dat de landbouwers veel sympa thie met dit project hebben. Je hoort verhalen over vroeger en hoe die mannen van toen al die kasten op hingen. Verhalen over het geheimzin nige leven van de prachtige kerkuil. De hoeveelheid stof en spinnenweb ben wordt er intussen niet minder om. Aan het eind van de middag is Walter, aan zijn kenmerkende silhou et nog steeds wel goed te herkennen. Het wordt tijd voor een intensieve douchepartij! -15-

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 1999 | | pagina 9