Stinsenplanten op boerderijen
uw streekeigen erf al vroeg in het voorjaar in bloei!
De boom in 1-2000
door Rudie Geus, regiomedewerker SLZ
Stinsenplanten zijn planten vooral vroegbloeiende bolgewassen) die in het verle
den veel bij buitenplaatsen zijn aangeplant en daarna verwilderd. Een 'stins' is een
versterkte adellijke woning in Friesland.
Het toepassen van dit soort planten op
(boeren)tuinen is min of meer van de
buitenplaatsen gekopieerd. Het aan
planten van stinsenplanten verhoogt
niet zozeer de natuurwaarden, maar
verfraait en verlevendigt het erf in het
vroege voorjaar aanzienlijk.
Buitenplaatsen
In Zeeland vinden we op de buiten
plaatsen vele soorten stinsenplanten
Bekend zijn de vele soorten bollen en
knollen op de buitenplaatsen in de
manteling van Walcheren en op enkele
andere buitenplaatsen zoals Heester-
lust te Schuddebeurs en het Freulebos
te Kloosterzande.
Deze planten zijn altijd geplant en in de
loop der jaren verwilderd op de buiten
plaats.
Bekende voorbeelden van stinsenplan
ten op buitenplaatsen zijn sneeuwklok
jes, winteraconiet, lenteklokje, wilde
hyacint en voorjaarshelmbloem. Ook
enkele heestersoorten behoren tot de
stinsenplanten zoals sneeuwbes en
gele kornoelje.
Ook op de Zeeuwse boerderijen zijn
diverse soorten stinsenplanten terug te
vinden.
Boerderijen die bij de Zeeuwse buiten
plaatsen horen hebben vaak dezelfde
soorten als op de buitenplaatsen, zo
hebben de aanliggende boerderijen bij
buitenplaats het Jachthuis te Kloetinge
en Landlust te Heinkenszand ongeveer
dezelfde soorten stinsenplanten als bij
het hoofdgebouw.
Boerderijen met een zeer rijke geschie
denis zoals het Noordhof te Walsoor
den (een oud uithof) hebben ook vaak
een grote rijkdom aan stinsenplanten.
Op het Noordhof is langs de weg in
een bosje een prachtige ondergroei
van klimop met grote groepen sneeuw
klokje en winteraconiet, een groep met
boerencrocus en diverse kleine groe
pen met narcissen.
Sneeuwklokjes en vogelmelk
Een hele bekende stinsenplant die je
op veel boerderijen terugvind is het
sneeuwklokje. Het sneeuwklokje is een
van de vroegst bloeiende soorten
(februari-maart). Deze soort is op
meerdere plaatsen op de boerderij te
rug te vinden, vaak verwilderd op het
gazon in de siertuin of onder enkele
grote bomen aan de rand van de tuin.
Op enkele erven is het sneeuwklokje
ook te vinden op andere plaatsen rond
om de gebouwen, vaak half onder
boom- en struikgroepen. Op de buiten
plaatsen vinden we soms meerdere
soorten sneeuwklokjes. Op de
Zeeuwse boerderijen betreft het bijna
altijd het gewone sneeuwklokje.
Een ander bekende soort op Zeeuwse
boerderijen is de gewone vogelmelk.
Deze soort mag officieel niet tot de
stinsenplanten worden gerekend om
dat deze soort ook inheems is, en zelfs
op enkele Zeeuwse bloemdijken voor-
-16-
De boom in 1-2000
komt. De gewone vogelmelk komt veel
voor in Zeeuwse boerderijtuinen maar
is ook heel vaak terug te vinden in de
weilanden rondom de boerderij. Zeer
waarschijnlijk dat de soort dan een
keer met het tuinafval is ontsnapt. Op
de Bushoeve te Driewegen staat de
gewone vogelmelk volop in de kleine
boomgaard en op het voorterrein onder
de noten.
Een andere bekende stinsenplant van
de Bushoeve is het maarts viooltje.
Waarschijnlijk een keer in de siertuin
geplant, nu staat hij vooral onder de
meidoornheggen rondom de verschil
lende weilanden.
Narcissen komen ook veel voor op
Zeeuwse boerenerven. Opvallend is
het vaak voorkomen van de gele narcis
met dubbele bloemen. Deze is ook
vaak verwilderd en met het tuinafval op
andere plaatsen terecht gekomen.
In de siertuin bij oude Zeeuwse boer
derijen zijn vaak nog enkele stinsen
planten te vinden zoals gewone cro
cus, stengelloze sleutelbloem, blauwe
druifjes, kleine maagdenpalm, italiaan
se aronskelk en lelietje-der-dalen.
De gewone crocus kan net als het
sneeuwklokje prima in het gazon wor
den geplant, dit deel van het gazon
dient pas te worden gemaaid als de
bladeren zijn afgestorven.
Sleutelbloemen zijn er ook in allerlei
tuinvariëteiten, alleen de stengelloze
sleutelbloem wordt tot de stinsen
planten gerekend. Dit 'bakkruudje'
komt in zeer veel Zeeuwse boeren-
tuinen voor.
Het lelietje-der-dalen heeft ondergrond
se worteluitlopers en kan flink woeke
ren, maar bij aanplant in een bosje kan
dit meestal geen kwaad.
De italiaanse aronskelk kan zich ge
makkelijk uitzaaien in vrij open bosjes,
waardoor het winterse bos wordt opge
vrolijkt door grote groepen groene bla
deren.
Planten
Bij het aanplanten van stinsenplanten
verdient het de voorkeur deze niet in
rijen te planten maar op een natuurlijk
aandoende wijze te rangschikken, na
melijk in "cloud patterns".
Het aanplanten kan het beste gebeu
ren met weinig 1-3 soorten in plaats
van veel soorten door elkaar. De
meeste stinsenplanten gedijen goed in
licht bos of onder struiken en in min of
meer beschaduwd grasland.
In het gazon kunnen bekende soorten
als sneeuwklokje en crocus worden
geplant, dit deel van het gazon pas
maaien als het blad is afgestorven.
In de huisweide of hoogstamboom-
gaard zou je kunnen kiezen voor narcis
en vogelmelk.
In de houtsingel/heg of bosje kun je
kiezen voor maarts viooltje, italiaanse
aronskelk, kleine maagdenpalm, lelietje
der dalen, stengelloze sleutelbloem.
Het blauwe druifje heeft meer licht no
dig en kan het beste aan de rand van
een bosje worden geplant.
Door het behoud en aanplant van stin
senplanten bij zeeuwse boerderijen
wordt weer een klein onderdeel van de
(op een streekeigen boerenerf vaak
verweven) natuur- en cultuurwaarden
versterkt.
bakkruudje
-17